Regeling van de Minister van Financiën van 23 november 2022, 2022-0000215897, directie Financiële Markten, tot wijziging van de Regeling risicoindicatoren bijdragen depositogarantiestelsel Wft in verband met aanpassing van de berekeningswijze van de risicoscores en bepaling van de risicocategorieën voor banken ten behoeve van het depositogarantiestelsel

DE MINISTER VAN FINANCIËN,

Gelet op artikel 29.12, vierde lid, van het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling risicoindicatoren bijdragen depositogarantiestelsel Wft wordt als volgt gewijzigd:

A

De tabel in artikel 3 wordt vervangen door:

Risicoindicator

Bereik

Normalisatie

Weging

ondergrens

(risicoscore = 0)

bovengrens

(risicoscore = 1)

   

Hefboomratio

8%

3%

(8% – hefboomratio) / (8% – 3%)

0,10

Liquiditeitsbuffer / totale activa

40%

0%

(40% – liquiditeitsbuffer / totale activa) / (40%)

0,125

Liquiditeitsbuffer / gegarandeerde deposito’s

100%

10%

(100% – liquiditeitsbuffer / gegarandeerde deposito’s) / (100% – 10%)

0,075

Risicogewogen activa / totale activa

0%

100%

Niet van toepassing

0,40

Rendement op activa

0,3%

0%

(0,3% – rendement op activa) / 0,3%

0,10

Mate van activabeklemming

10%

30%

(mate van activabeklemming – 10%) / (30% – 10%)

0,05

Gegarandeerde deposito’s / totale activa

0%

100%

Niet van toepassing

0,15

B

De tabel in artikel 4 wordt vervangen door:

Gemiddelde risicoscore

Risicocategorie

< 0,25

I

0,25 – < 0,45

II

0,45 – < 0,55

III

≥ 0,55

IV

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de

Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag

TOELICHTING

Algemeen

Ter implementatie van de richtlijn depositogarantiestelsels1 zijn op 26 november 2015 het Implementatiebesluit depositogarantiestelsel en de Regeling risicoindicatoren bijdragen depositogarantiestelsel Wft (de regeling) in werking getreden. De regeling dient om een nadere invulling te geven aan de methodiek voor het bepalen van de door banken te betalen bijdragen aan het depositogarantiestelsel (DGS).2 In 2021 heeft De Nederlandsche Bank (DNB) de geldende risicomethodiek voor het eerst volledig geëvalueerd. Bij deze evaluatie heeft DNB, als uitvoerder van het DGS en verantwoordelijk voor de premieheffing, onderzoek gedaan naar (i) de plausibiliteit van de risico-indeling die volgt uit de methodiek (door een vergelijking te maken met het toezichtoordeel3 en het resolutie-oordeel4 voor de relevante banken), (ii) de effectiviteit van de indicatorscores5 en (iii) de modelefficiëntie6. Uit de evaluatie is gebleken dat de regeling op een aantal onderdelen aanpassing behoeft. Deze wijzigingsregeling voorziet daarin. De verbeteringen in de risicomethodiek zorgen ervoor dat de risicoscores en risicocategorieën enerzijds en de individuele risicoprofielen van de banken anderzijds beter op elkaar aansluiten. Daardoor krijgt het model meer differentiërende kracht en wordt meer recht gedaan aan de verschillen tussen banken onderling. Concreet zal de nieuwe methodiek erin resulteren dat een aantal banken een andere risicoscore krijgt dan voorheen en daarmee ook wordt ingedeeld in een andere risicocategorie dan voorheen het geval was. Dit leidt ertoe dat banken die een hoger risico lopen om gebruik te maken van het DGS, een hogere bijdrage aan het DGS dienen te leveren door de nieuwe indeling van de banken in de verschillende risicocategorieën.

Banken die deelnemen aan het DGS zijn voor invoering van deze wijzigingsregeling door DNB als volgt geconsulteerd. De herziening van de methodiek is aangekondigd in een brief aan de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) d.d. 23 mei 2022 en besproken met de NVB op 27 juni 2022. DNB heeft op 20 juli 2022 een beleidsdocument over de evaluatie en de herziening van de methodiek gepubliceerd op haar website.7 Ten slotte heeft DNB de banken de mogelijkheid gegeven om een individuele proefberekening op te vragen, waarmee de banken kennis hebben kunnen nemen van het effect van de wijziging van de risicomethodiek voor hun individuele situatie. Het voorgaande heeft twee inhoudelijke reacties van technische aard opgeleverd. De eerste reactie ziet op alternatieve indicatoren en niet op de onderhavige wijzigingen als gevolg van de evaluatie en herkalibratie van het model. De ontvangen reactie heeft daarom niet geleid tot aanpassing van deze wijzigingsregeling. In de tweede reactie is gepleit voor directe inwerkingtreding in plaats van gefaseerde. De wijzigingsregeling voorziet daarin. Voor het overige hebben de banken geen bezwaren kenbaar gemaakt tegen de aanpassing van de methodiek. Deze wijzigingsregeling behelst technische aanpassingen die alleen gevolgen hebben voor banken en voor DNB als uitvoerder van het DGS. De bredere consultatie van de wijzigingsregeling is daarom achterwege gelaten.

Deze wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor de regeldruk voor banken, omdat de wijzigingen in de methodiek geen gevolgen heeft voor de omvang en de inhoud van de rapportages die zij indienen bij DNB.

Artikelsgewijs

ARTIKEL I

De tabel in wijzigingsonderdeel A vervangt de tabel in artikel 3. De aanpassingen beogen de methodiek beter aan te laten sluiten bij het individuele risicoprofiel van de banken. Hierdoor wordt de hoogte van de DGS-bijdrage van banken beter afgestemd op de risico’s die deze banken lopen en vormen voor het financiële stelstel. Bij vier van de zeven risicoindicatoren in de risicomethodiek is in de evaluatie van DNB vastgesteld dat deze te weinig differentiërend zijn. Het gaat specifiek om de indicatoren ‘hefboomratio’, ‘liquiditeitsbuffer / totale activa’, ‘liquiditeitsbuffer / gegarandeerde deposito’s’ en ‘rendement op activa’. Deze wijzigingsregeling voorziet in een herkalibratie van het bereik van deze vier indicatoren. Dit draagt bij aan het vergroten van de spreiding van de indeling van banken in verschillende risicocategorieën op basis van de risicomethodiek, zodat de hoogte van de DGS-bijdrage van de banken beter aan zal sluiten op hun individuele risicoprofielen. De aanpassing in de normalisatiekolom is onderdeel van de herkalibratie en draagt ook bij aan het verbeteren van de verdeling van de indicatorscores. Voorts zijn de wegingen van de risico-indicatoren aangepast. Bij de evaluatie is gekeken naar de zogenaamde ‘hit-ratio’. Die ratio drukt uit in hoeverre de indeling op grond van de risicomethodiek precies overeenkomt met het toezichtoordeel of het resolutie-oordeel. Met deze aanpassing van de risicomethodiek wordt aangesloten op de principes zoals geformuleerd in de EBA Richtsnoeren betreffende de methoden voor het berekenen van bijdragen aan depositogarantiestelsels (EBA/GL/2015/10). In dat kader is DNB tot de conclusie gekomen dat het wenselijk is om de risicomethodiek minder afhankelijk te laten zijn van de indicator ‘risicogewogen activa / totale activa’, zodat de weging naar beneden is bijgesteld van 0,50 naar 0,40. De overige verschuivingen in de weging van de indicatoren dragen eveneens bij aan het verbeteren van de voornoemde hit-ratio.

In wijzigingsonderdeel B wordt de tabel in artikel 4 vervangen. In de nieuwe tabel zijn de waarden van de risicoscores aangepast. De risicoscores leiden tot indeling van de banken in verschillende risicocategorieën. De aanpassing van de drempelwaarden hangt samen met het feit dat DNB heeft geconstateerd dat er een relatieve oververtegenwoordiging is van banken in categorie 1 en dat categorie 4 onvoldoende wordt benut. De aanpassing van de drempelwaarden voor de beide risicocategorieën corrigeert dit, waardoor bij de vaststelling van de DGS-bijdrage meer recht wordt gedaan aan de verschillen in de risicoprofielen van de banken.

Om redactionele redenen zijn de volledige tabellen in de artikelen 3 en 4 van de regeling door de onderhavige wijzigingsregeling opnieuw vastgesteld.

ARTIKEL II

Met de gekozen inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van de vaste verandermomenten. De reden hiervoor is dat dit voorkomt dat banken langer dan nodig meer of minder premie afdragen aan het DGS dan gerechtvaardigd is op basis van hun individuele risicoprofiel. Het is daarom wenselijk dat DNB de aangepaste risicomethodiek zo spoedig mogelijk kan toepassen, zodat de bijdragen die gedurende de resterende periode voor de opbouw van het depositogarantiefonds (tot juli 2024) bij de deelnemende banken worden geheven, zo representatief mogelijk zijn ten opzichte van hun individuele risicoprofiel.

Bij ieder toetsmoment berekent DNB de kwartaalpremie op basis van feitelijke rapportages van vier voorafgaande kwartalen. Er is geen sprake van terugwerkende kracht van de aangepaste methodiek opgenomen in deze wijzigingsregeling.8

Aangezien deze wijzigingsregeling is gericht tot een beperkte en geïnformeerde doelgroep, kan de wijzigingsregeling in werking treden op de dag na de datum van publicatie in de Staatscourant.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag


X Noot
1

Richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake de depositogarantiestelsels (herschikking) (PbEU 2014, L 173).

X Noot
2

Voor verdere achtergrondinformatie over deze regeling, wordt hier verwezen naar de toelichting bij de publicatie van deze regeling in 2015, zoals gepubliceerd in Staatscourant 2015, 41732.

X Noot
3

Door middel van het Supervisory Review and Evaluation Process (SREP).

X Noot
4

Hierbij is gekeken naar het verwachte verlies bij afwikkeling van een bank conform vastgestelde resolutiestrategieën.

X Noot
5

De effectiviteit bepaalt of de indicatoren voldoende differentiëren tussen instellingen.

X Noot
6

De model-efficiëntie waarborgt dat het model zo eenvoudig mogelijk is.

X Noot
8

Bij het eerste toetsmoment na inwerkingtreding van deze regeling zal de risicoscore van het kwartaal waarover per die toetsdatum wordt gerapporteerd, gebaseerd zijn op de nieuwe methodiek. De risicoscores die worden gebruikt voor de voorliggende kwartalen zijn gebaseerd op de oude methodiek. Bij toetsmomenten na inwerkingtreding van deze regeling, vindt de indeling in een risicocategorie (op basis van de gemiddelde risicoscore van de vier voorafgaande kwartalen) plaats op basis van de nieuwe methodiek zoals neergelegd in deze regeling. Zie voor meer toelichting ook het beleidsdocument van DNB onder deze link: https://www.dnb.nl/nieuws-voor-de-sector/2022/evaluatie-en-herkalibratie-risicomethodiek-nederlandse-depositogarantie/

Naar boven