Direct naar artikelinhoud
opnieuw relevant

Dit moet Nederland doen bij extreme zeespiegelstijging

Dit moet Nederland doen bij extreme zeespiegelstijging
Beeld Annabel Miedema

Een vijf meter hogere zee kan Nederland aan, blijkt uit nieuwe onderzoeken. De Volkskrant bracht onlangs in kaart welke zeespiegelstijging we wanneer kunnen verwachten, en wat dan de opties zijn. Kan de Randstad nog bestaan bij 15 meter zeespiegelstijging?

Een eerdere versie van dit artikel verscheen 8 december 2023, de intro is geactualiseerd.

0,5 meter zeespiegelstijging Denkbaar vanaf 2060, waarschijnlijk rond 2090

Bij Hoek van Holland, achter een landschap vol windmolens, opslagloodsen en kaarsrechte N-wegen, ligt een bouwwerk dat de toekomst van Nederland gaat bepalen. Alsof er twee grote, witte hijskranen zijn omgevallen, zo ziet het bouwsel eruit. Maar het is een stormvloedkering. Bij 3 meter stormvloed schuiven de ijzeren armen naar elkaar toe, over de Nieuwe Waterweg, en gaat de Maeslantkering dicht. De grootste deur van Nederland.

Kenners zijn het erover eens: hier zal de eerste beslissende slag om de toekomst van Nederland plaatsvinden. De Maeslantkering is immers alweer 26 jaar oud, en ergens in de komende decennia zal de politiek de knoop moeten doorhakken over een opvolger. Daarvan hangt veel af. Wordt het een weer soort poort? Of wordt de sluiting definitief, een muur die de zee buitenhoudt, met grote zeesluizen die de zeeschepen doorlaten?

Over de auteur
Maarten Keulemans is wetenschapsredacteur bij de Volkskrant, met als specialismen microleven, klimaat, archeologie en gentech. Voor zijn coronaverslaggeving werd hij uitgeroepen tot journalist van het jaar. 

Dat scheelt nogal, schetst Bas Jonkman, hoogleraar waterbouwkunde in Delft. ‘Voor de scheepvaart, de natuur, de mogelijkheden voor stadsontwikkeling erachter. De vervanging van de Maeslantkering wordt een sleutelmoment.’

Bij kennisinstituut Deltares wijst onderzoeker en hoogleraar klimaatadaptatie Marjolijn Haasnoot (Universiteit Utrecht) intussen op een ‘routekaart’ van beslissingen over de toekomst, die ze samen met tientallen collega’s opstelde. Ook daar is de keuze over de Maeslantkering de eerste echte splitsing. Kies voor afsluiting, en de toekomst waarop het land voorsorteert, is er een van steeds extremere bescherming en opsluiting achter dijken. Laat de Maeslantkering open, en wat aan de horizon verschijnt, zijn heel andere vergezichten. Zelfs de route waarin we Nederland geheel of gedeeltelijk opgeven, komt dan in beeld.

De jaarlijkse proefsluiting van de Maeslantkering en Hartelkering bij Hoek van Holland voor aanvang van het stormseizoen.Beeld Marco de Swart / ANP

De laatste tijd overstroomden de bureaus van iedereen in Nederland die iets doet met waterbeheer en klimaatadaptatie met een vloed van rapporten en verkenningen. ‘Elke week is er wel weer een gewichtig rapport’, zegt Jonkman. Een ambtelijke en wetenschappelijke activiteit die aangeeft: Nederland maakt zich grote, grote zorgen.

Dat begon zeven jaar geleden, op Bevrijdingsdag 2016. In vakblad Nature verscheen toen een onderzoek dat wereldwijd hard aankwam: de ijsmassa’s in het westen van Antarctica blijken minder stabiel dan gedacht. Overschrijd de internationale belofte om de opwarming van de aarde onder de 1,5 graden te houden, en er is ‘een mogelijkheid dat snelle en onomkeerbare zeespiegelstijging van Antarctica op gang zal komen’, aldus een onderzoeksgroep onder leiding van poolwetenschapper Robert DeConto.

DeConto’s grafieken zijn zorgwekkend. Een eventuele instorting van Antarctica zou na 2050 kunnen leiden tot een abrupte versnelling van de zeespiegelstijging. Met als gevolg een misschien 2,3 meter hogere zee in het jaar 2100 – en heel misschien zelfs 10 meter of meer over een paar eeuwen, in 2300.

‘Dat triggerde van alles’, zegt Haasnoot. ‘Eerdere studies over de gevolgen voor Nederland gingen tot 1 meter, en dat vonden we al veel. Dit waren heel andere ordegroottes.’ Het leidde tot brainstorms, een ‘hackathon’ voor ideeën en een aanzwellende stroom rapporten, die begin volgend jaar moet culmineren in de presentatie van vier uitgewerkte ‘oplossingsrichtingen’.

Het is nogal wat, waarover men nadenkt. Eén ‘oplossingsrichting’ is dat we het land volledig vergrendelen, met hoge dijken, sluizen en reusachtige pompen om het rivierwater weg te krijgen. Bij een andere oplossing, strijdbaar ‘zeewaarts’ genaamd, maken we vóór de kust een beschermingszone van kunstmatige eilanden, of een kolossale zeedijk. Of we kunnen ‘meebewegen’, ook een gedachte. Zee en rivieren krijgen dan de ruimte, terwijl we ons geleidelijk terugtrekken op terpen, drijvende steden of in de hogere gebieden van de Veluwe, Brabant en Overijssel.

<b>0,5 meter zeespiegelstijging</b> Denkbaar vanaf 2060, waarschijnlijk rond 2090
Beeld VK Graphics

‘Al die oplossingsrichtingen zijn technisch haalbaar, maar hebben wel enorme consequenties voor het ruimtegebruik’, zegt staflid Jos van Alphen van de deltacommissaris. ‘Elke oplossing gaat pijn doen. Daar komt het toch wel een beetje op neer.’

En ‘de druk begint op te lopen’, zegt hij. Zo wenst Nederland komende dertig jaar liefst 650 miljard euro uit te geven aan infrastructuur, woningen en andere zaken, in gebieden die te maken gaan krijgen met klimaatverandering, rekende het ministerie voor Infrastructuur en Waterstaat vorige maand uit. ‘Afhankelijk van welke richting je kiest, tekent een aantal keuzen zich af’, zegt Van Alphen.

‘De klimaatverandering gaat sneller dan we dachten, en de besluitvorming en uitvoering langzamer dan we willen’, zegt Haasnoot. ‘Daardoor voelt het alsof we steeds meer aan het rennen zijn.’

Wacht even, werpt waterbouwkundige Jonkman tegen. Je zou met al die ‘oplossingsrichtingen’ haast vergeten dat de waarschijnlijkste koers is dat we, als er niets geks gebeurt, gewoon afgaan op een alleszins behapbare zeespiegelstijging van pakweg 40 tot 80 centimeter in het jaar 2100.

‘Veel studies gaan uit van die enorme, amfibische vergezichten’, zegt hij. Hij werpt de armen in de lucht. ‘Want dat scherpt het denken! Dat voedt de discussie!’, steekt hij de draak met de aanhangers ervan. ‘De werkelijkheid is dat we de middenscenario’s de komende eeuwen gewoon prima aankunnen. Vergeet niet dat we sinds de Watersnood in een paar decennia de dijken al méters hebben verhoogd. Alleen al in de versterkingen van de waterwerken die we voor 2050 willen doen, zit een marge ingebouwd van 50 centimeter zeespiegelstijging. Op de Afsluitdijk zelfs 80 centimeter.’

Rustig aan, is zijn advies: ‘Als het tempo van de zeespiegelstijging in de tweede helft van deze eeuw zou versnellen, moet er een nieuw ijkmoment komen. Natuurlijk moet je denken aan de toekomstige generaties. Maar je moet ook de kortere termijn niet uit het oog verliezen. Onze kinderen willen straks ook ergens kunnen wonen.’

<b>0,5 meter zeespiegelstijging</b> Denkbaar vanaf 2060, waarschijnlijk rond 2090
Beeld Annabel Miedema

Aan het andere uiterste staat hoogleraar biogeografie Maarten Kleinhans (Universiteit Utrecht). ‘Uiteraard hebben we die dijken en ingenieurs nodig’, zegt hij. ‘Alleen is het een illusie dat je alles kunt oplossen met nog hogere dijken en nieuwe technologie. De ingenieurs willen dit niet horen, maar met alles wat je doet aan ingrepen, krijg je ook weer nieuw gedoe.’

Liefst zou Kleinhans nu al een andere koers inslaan: in lage en droge gebieden het waterpeil meer omhoog laten komen, om de verdroging en daarmee het zakken van het land tegen te gaan. ‘Het is eigenlijk pure arrogantie dat je in de diepste kuilen in het land huizen gaat neerzetten, met als argument dat daar ruimte is. En het is ook raar. Het geeft aan dat je de vraag niet eens stelt: waar zou het nog meer kunnen?’

Voorlopig wordt het spel: zo veel mogelijk opties openhouden. Neem het plan om bij Rotterdam buitendijks 50 duizend woningen te bouwen, of dat voor zesduizend woningen op het voormalig vliegveld Valkenburg, achter de duinen bij Katwijk. ‘Misschien moet je op kwetsbare plekken bouwen in het besef dat je er over een jaar of dertig mogelijk weer weg moet’, zegt Van Alphen. ‘Of zorg dat wat je ontwerpt waterbestendig is. Met op de begane grond niet de woonruimtes, maar het parkeren.’

Haasnoot maakte geleidelijk de omslag tussen beide denkrichtingen. ‘Tien jaar geleden dacht ik: we doen nu onderzoek, de keuzes komen later wel. Inmiddels denk ik: we kunnen maar beter duidelijk zijn over een paar richtinggevende keuzes. Dan weten we tenminste wat er komt.’

2 meter zeespiegelstijging Denkbaar vanaf ca. 2085, waarschijnlijk rond 2300

Zo ergens na 2050. Dat is het moment waarop de mogelijkheden voor de stijgende oceaan serieus uit elkaar beginnen te lopen. Dan weten we waar we aan toe zijn.

<b>2 meter zeespiegelstijging</b> Denkbaar vanaf ca. 2085, waarschijnlijk rond 2300
Beeld Annabel Miedema

Als het meezit, Antarctica niet versneld uit elkaar valt en de wereld de uitstoot van broeikasgassen verder inperkt, blijft de zee gestaag stijgen, met een millimeter of 2 tot 4 per jaar. Maar het kan ook tegenzitten. In het uiterste geval met een griezelig snel stijgende zeespiegel: een halve meter in 2050, een meter in 2070, anderhalve meter in 2080, tweeënhalve meter in 2100.

Aanvankelijk zal men dat bijbenen met dijkverzwaringen en slimmigheden. Jonkman toont foto’s van Dordrecht, waar men dwars door de binnenstad een flexibele waterkering heeft aangelegd, met schotten die men tussen de gevels kan vastzetten om het rivierwater tegen te houden. Nog een stap verder, en zoiets als een boulevard rondom de binnenstad die bij hoogwater omhoogkomt, zou hier een optie worden, denkt hij. ‘Je zult dit soort ingrepen bij stedelijke knelpunten vaker gaan zien’, zegt hij.

Intussen wordt langs de kust de oprukkende verzilting steeds meer een probleem, waardoor landbouw er moeilijk wordt, en moeten de dijken hoger en breder, wat hier en daar ten koste gaat van bebouwing vlak achter de dijk. ‘Het sparen van al die huizen houdt een keer op’, zegt Jonkman, wijzend op een foto van een rij knusse dijkhuisjes die nu al tegen de dijk leunen.

Als de zeespiegelstijging oploopt tot rond de 10 millimeter per jaar, kan de Waddenzee dat waarschijnlijk niet bijbenen. Het Wad zal verdrinken. Zelfs het opgeven van sommige Waddeneilanden wordt dan een optie, verwacht Jonkman. ‘Het is cru om te zeggen, maar dit zijn kleine eilanden om enorme uitgaven voor te doen.’

Bij de Maeslantkering, de Oosterscheldekering en andere kustwerken wordt de keuze acuut: voorgoed dicht of niet? Een afsluiting zou betekenen dat het rivierwater niet meer vrijelijk de zee in kan stromen. Er zouden zoetwaterbergingen moeten komen. ‘Een soort tweede IJsselmeer’, zegt Haasnoot, bijvoorbeeld in de Biesbosch, toch al tussen de rivieren. Intussen worden de rivierdijken hoger en staan de uiterwaarden vaker onder water. ‘Je krijgt dan heel brede rivieren die permanent tegen de dijk staan’, zegt Haasnoot. ‘Een soort stuwmeren.’

Ook moeten er pompen komen, om het rivierwater de zee in te helpen. Een operatie waarvoor men 6 tot 10 kilometer kustlijn zal moeten volbouwen met reuzenpompen, becijferde Deltares vorig jaar. Logisch zou het zijn om de Waal en de Maas deels om te leiden, naar de Haringvliet of het Volkerak.

Het alternatief? Dat is in deze fase de vlucht naar voren, de zee in. Daar zou men bijvoorbeeld een grote dijk of zeemuur kunnen aanleggen, of een reeks eilanden, onderling verbonden door dammen of bruggen. ‘Je krijgt dan ruimte om het rivierwater te bergen, in een groot meer voor de kust’, denkt Haasnoot. ‘En een nieuwe, hogere kustlijn kan bescherming bieden.’

<b>2 meter zeespiegelstijging</b> Denkbaar vanaf ca. 2085, waarschijnlijk rond 2300
Beeld Annabel Miedema

Nadeel is wel dat de mega-operatie onvoorstelbaar veel zand kost. ‘En, meer een persoonlijk ding’, zegt Haasnoot, ‘de zee is dan weg. Je staat in Zandvoort en ziet geen zee meer. Dat lijkt me heel ingewikkeld.’

De oplossing van Kleinhans zou een heel andere zijn. Vergeet het gedoe met dijken en pompen en boulevards die omhoogkomen bij hoogwater. ‘Zet de boel onder water. Verdedig de steden, maar laat de laagste delen van het land weer drassig worden. Laat er weer trekvogels landen en houd de koolstof in de grond’, zegt hij.

<b>2 meter zeespiegelstijging</b> Denkbaar vanaf ca. 2085, waarschijnlijk rond 2300
Beeld VK graphics

Waar het land volgens hem ‘schreeuwend behoefte’ aan heeft, is een brede kijk. De zware industrie en de Rotterdamse havens zou hij zeewaarts verplaatsen, de rivieren niet meer uitbaggeren maar laten opslibben, ondieper laten worden door sedimentafzetting. Dat houdt de zee vanzelf buiten en verhoogt de natuurkwaliteit, zegt hij.

Maar de ruimte dan die ervoor nodig is? ‘Er ís helemaal geen ruimtegebrek’, zegt Kleinhans. ‘We hebben enorm veel ruimte, waar nu aan veeteelt wordt gedaan. Ik begrijp dat mijn leven van nu af aan gevaar loopt als ik het zeg, maar dit is wat je moet doen: decimeer de veestapel, zet dijken om de steden en laat de laagste delen onder water gaan. Anders graven we ons eigen zeemansgraf’, zegt hij.

Waterbouwer Jonkman gaat daar een eind in mee. ‘Je kunt zeggen: we gaan bepaalde landbouwgebieden omzetten in drassige natuur, dan zijn ze ook inzetbaar voor waterberging.’ Als voorbeeld noemt hij de Noordwaardpolder bij de Biesbosch: ‘Bij hoogwater kan de rivier daar over de dijk. De boerderijen hebben ze op terpen gelegd.’

‘Dat is niet: we geven het op’, zegt ook Haasnoot. ‘Het gaat eerder stapsgewijs. En het is en-en. Soms kies je voor beschermen en soms kies je ervoor om dat niet te doen.’

Op een kaartje van Nederland trekt ze met een pen een dikke streep rondom de Randstad: van Vlaardingen tot Amsterdam, en van Den Haag tot Alphen. Dit is ‘Dijkringgebied 14’, legt ze uit. Een zone, ingeklemd door dijken. ‘Je kunt bijvoorbeeld zeggen: hier maken we één grote verdediging. En op andere plekken gaan we meebewegen.’

15 meter zeespiegelstijging Denkbaar vanaf ca. 2300, lage waarschijnlijkheid

Eeuwen zijn verstreken. Waar ooit de nieuwe zeewering voor de kust lag, rest nu slechts een ondiepte. Verderop steken wat eilandjes uit boven zee: Relict Den Haag, Relict Haarlem, Relict Schouwen. De echte kust van Nederland begint veel verder naar het oosten, ver voorbij het herkenningspunt genaamd Droog Catherijne.

<b>15 meter zeespiegelstijging</b> Denkbaar vanaf ca. 2300, lage waarschijnlijkheid
Beeld Annabel Miedema

Land in zicht! Daar is eiland De Veluwe, met zijn kuststeden Apeldoorn, Arnhem en Ede. Meer in het noorden, voorbij havenstad Enschede, liggen de Drenther Wadden. En in het zuiden, voorbij het Brabants diep, ligt Kaap Kempen, met de kuststeden Breda, Tilburg en Eindhoven.

Zó zou het kunnen zijn in 2300, schetste de Utrechtse paleogeograaf Kim Cohen in een toekomstverkenning – een van de 180 die Deltares ontving. Op andere, vergelijkbare schetsen is het ondergelopen deel van Nederland bevolkt, met drijvende steden, steden op terpen of een ‘lagunestad’ in wat dan het ‘Blauwe Hart’ heet, zoals inzender Kuiper Compagnons voorziet.

Heel ander tot de verbeelding sprekend idee: een reuzenversie van de Afsluitdijk, die de Noordzee in zijn geheel tot binnenzee zou maken. De superdijk, bedacht door Sjoerd Groeskamp van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (Nioz) en een Duitse collega, zou het nauw van Calais afsluiten, en van Schotland naar Noorwegen lopen.

<b>15 meter zeespiegelstijging</b> Denkbaar vanaf ca. 2300, lage waarschijnlijkheid
Beeld VK Graphics

De kans is zeer klein dat het zover komt. 15 meter zeespiegel bestaat in de officiële grafieken alleen als stippellijntje: niet eens een echte berekening, maar een inschatting van experts wat er zou kúnnen gebeuren als we niet minder maar exponentieel veel meer broeikasgassen uitstoten én als de ijskappen daar heftiger op reageren dan verwacht. Het horrorscenario dus eigenlijk, dat je toch ergens in je achterhoofd moet hebben.

Aan de andere kant: in de prehistorie stond de zeespiegel in warme perioden wel vaker een meter of 10 hoger dan nu. Neem het Plioceen, het tijdperk waarin onze aapachtige voorouders leefden. Door natuurlijke invloeden was het zo’n 4 graden warmer. En de zeespiegel stond, volgens een recente analyse, tussen de 10 en 25 meter hoger dan nu.

En extreme toestanden zijn misschien dichterbij dan gedacht. Al vanaf ongeveer 3 meter zeespiegelstijging wordt het in Nederland penibel, constateerde het ministerie vorige maand. Of neem een onderzoek naar de superdam rondom de Noordzee, door een student van Jonkman. ‘Twintig keer groter dan de Afsluitdijk, een gigantisch project natuurlijk. Toch zou zoiets al vanaf ongeveer 5 meter zeespiegelstijging kosteneffectief kunnen worden’, zegt Jonkman.

Bij Kleinhans gaan de luikjes toch een beetje dicht, als hij aan de extreme scenario’s denkt. ‘Dan ga ik emigreren’, zegt hij. ‘3 meter betekent dat je al dik in de problemen zit. Je begint in de laagste delen van Nederland dan zoveel kwel te krijgen, uit de grond opwellend zout water, en het wordt dan zoveel moeilijker om grote plensbuien weg te pompen, dat je de lage gebieden eigenlijk niet meer kunt gebruiken. Niet voor wonen en ook niet meer voor landbouw.’

<b>15 meter zeespiegelstijging</b> Denkbaar vanaf ca. 2300, lage waarschijnlijkheid
Beeld Annabel Miedema

Op een hoogtekaart laat hij zien hoe dat uitpakt. Heel de Bollenstreek bij Lisse; heel het plassengebied rondom Gouda en Zoetermeer; de Flevopolder en grote stukken Noord-Holland – het zou allemaal onbewoonbaar worden.

Maar eigenlijk is dat bijzaak, vindt hij: ‘Mijn punt is juist dat het geleuter over superdammen en hogere dijken afleidt van de kern van de zaak. Namelijk dat 3 meter zeespiegelstijging of meer betekent dat we ook alle andere gevolgen van klimaatverandering en verwoeste natuur op ons dak hebben gekregen: orkanen, dodelijke hittegolven en kletsnatte winters met gevaarlijke hoogwaters op de rivieren. Daarom zeg ik: schiet nou eens op met het terugdringen van broeikasgassen, en werk samen met Duitsland en België om de sponswerking van het achterland van de grote rivieren te herstellen.’

Bij Hoek van Holland ligt de Maeslantkering intussen roerloos in de gure decemberwind. Op een heuveltje dat uitkijkt op de Nieuwe Waterweg kruipt een stelletje tegen elkaar; in het bezoekerscentrum naast de kering loopt een gezin langs panelen vol trotse uitleg van decennia waterbouwkunde.

Maakbaar of niet, bouwen of de natuur haar gang laten gaan: het is het eeuwenoude dilemma waarom het bij de belangrijkste beslissing in de Nederlandse geschiedenis uiteindelijk draait. ‘We zijn een rijk land, we hebben de kennis’, zegt Haasnoot. ‘We kunnen er echt iets moois van maken. Maar we moeten voortvarend aan de slag.’