Direct naar artikelinhoud
Broeikasgas

Veengebieden zijn veel betere CO2-sponzen dan tropisch oerwoud

Het Fochteloërveen, een hoogveengebied bij Veenhuizen.Beeld Herman Engbers

Zolang koolstof in de natuur is opgeslagen kan het geen broeikasgas worden. Voor die natuurlijke opslag van CO2 wordt vaak naar tropisch oerwoud gekeken. Maar veengebieden en andere ‘wetlands’ zijn zeker zo belangrijk, rekenen ecologen voor.

Ze bestrijken maar 1 procent van het aardoppervlak. Toch ligt in veengebieden, mangroves en andere wetlands 20 procent van alle koolstof die wereldwijd in natuurgebieden opgeslagen. Dat becijferen de Utrechtse ecoloog Ralph Temmink en collega’s deze week in het wetenschappelijk tijdschrift Science.

Voor zijn onderzoek ploos Temmink de internationale literatuur na op alle informatie over koolstof in bodems en planten. “Veel collega’s hadden al vergelijkingen gemaakt op onderdelen. Meestal werd daarbij de vergelijking gemaakt met het tropisch oerwoud. Dat is de spreekwoordelijke spons, die heel veel koolstof opslaat in organisch materiaal. Ik vond dus veel publicaties die beschrijven hoe belangrijk veengebieden zijn ten opzichte van de tropische oerwouden, of mangrovebossen ten opzichte van diezelfde tropische oerwouden. Maar vreemd genoeg had nog niemand alle cijfers op één en dezelfde manier naast elkaar gezet”, zegt Temmink.

Verrassende conclusies

Doe je dat wel, dan kom je tot verrassende conclusies. De grootste hoeveelheid organisch koolstof, dus afkomstig van planten of dieren, zit in de oceanen: in totaal ongeveer 700 petagram, ofwel 700 biljoen kilogram. Kijk je naar de rest van de organische stof – voornamelijk planten en plantenresten in de bodem – dan zit er bijna net zoveel (600 petagram) in de bodems van veengebieden. Dat is ook net zoveel als de 400 petagram in de bosbodems plus de 200 petagram bovengronds, in stammen, takken en bladeren van alle bossen samen.

De vergelijking wordt nog interessanter als je naar de hoeveelheid koolstof per hectare kijkt, vindt Temmink. “In een gemiddeld bos zit ‘maar’ 100 ton koolstof per hectare. In een veengebied is dit wel 1500 ton! Ook in wetlands, zoals zeegrasvelden of mangrovebossen, ligt veel meer koolstof per hectare opgeslagen dan in bossen: ongeveer 500 ton.”

Nóg spannender wordt het als je kijkt naar de hoeveelheid koolstof die per jaar wordt vastgelegd in de verschillende gebieden. Temmink: “Eén vierkante meter bos legt gemiddeld ongeveer 25 gram koolstof per jaar vast. In een vierkante meter veen is dat ruim vijf keer zoveel. In kustnatuur wordt zelfs acht keer zoveel koolstof per vierkante meter opgeslagen. Met het vernietigen van een hectare bos breng je dus heel veel koolstof terug in de kringloop, wat het broeikaseffect verergert.” Koolstof uit bomen of planten dat verteert of verbrandt, verandert weer in het broeikasgas CO2. “Met het vernietigen van een hectare veen is dat effect wel vijftien keer zo groot als bij bos”, zegt Temmink. “Verdwijnt een hectare mangroves, dan is dat effect vijf keer zo groot.”

Ze leveren ook ecosysteemdiensten

De klimaateffecten van veen en kustgebieden komen bovenop de andere zegeningen van deze natuur, benadrukken de auteurs in hun Science-artikel. Deze gebieden herbergen ook enorm veel biodiversiteit. En ze leveren ons zogeheten ecosysteemdiensten. Met het verdwijnen van mangroves langs de kusten verlies je bijvoorbeeld ook kustbescherming. De bomen die met hun wortels in het zeewater staan, dempen de golven, waardoor gebieden mét mangroves veel beter beschermd zijn tegen stormen dan kusten waar de bomen zijn vervangen door bebouwing.

Het Ilperveld in Landsmeer, net boven Amsterdam.Beeld Patrick Post

Sinds de industriële revolutie is van de 17 miljoen hectare tropische mangrovebossen op de wereld al ruim een derde verdwenen, becijferen Temmink en collega’s. Van de 19 miljoen hectare veen in gematigde klimaatzones op de wereld, zoals in Nederland, is zelfs 57 procent verdwenen of verdroogd. De potentiële bijdrage aan het broeikaseffect is zeker in het geval van veen enorm. Een hectare veengebied die in de gematigde klimaatzones verdwijnt, kan in de loop van een eeuw wel 500 ton koolstof per hectare de lucht in sturen. In tropische gebieden kan dat oplopen van 250 ton binnen een jaar, tot meer dan duizend ton per hectare in de loop van een eeuw.

“Over het algemeen zijn mangroves, veengebieden en andere natuur geen gebieden die je zomaar even herstelt als ze zijn verdwenen”, beaamt de Groningse hoogleraar kustecologie Tjisse van der Heide, coauteur van het artikel. “Dit zijn stuk voor stuk natuurgebieden die een ingewikkeld samenspel hebben tussen planten en hun omgeving. Veengebieden groeien doordat de veenmossen water vasthouden. Dode plantenresten die zo ophopen onder het veenmos breken in die kletsnatte bodem nauwelijks af, waardoor het veen kan groeien en koolstof kan opslaan. Als dat verdwijnt, heb je het niet zomaar weer terug.”

Hou rekening met het complexe samenspel

Een belangrijke les voor behoud en herstel van dit soort natuurgebieden is dat je rekening houdt met dat complexe samenspel, zo stellen de onderzoekers. Van der Heide: “In het verleden is vaak geprobeerd om bijvoorbeeld zeegrasvelden of kwelders te herstellen alsof het akkers zijn, dus met heel veel planten keurig op een rijtje. Dat mislukte steeds, totdat de natuurbeheerders dezelfde hoeveelheid planten gewoon op een kluitje op de wadplaten gingen zetten. Pas toen konden de planten weer op een natuurlijke manier samenwerken, en lukte het herstel wel. Die complexiteit van natuurgebieden zal je moeten respecteren als je het koolstofbergend vermogen wilt behouden of herstellen.”

Het artikel van Temmink en collega’s is met instemming gelezen door Jef Huisman, hoogleraar aquatische microbiële ecologie aan de Universiteit van Amsterdam en niet bij het onderzoek betrokken. “Een goede review van de bestaande kennis”, zo stelt hij. “Op onderdelen wisten we het misschien wel, maar als je het zo op een rijtje zet, word je wel met je neus op de feiten gedrukt. Zeker de wereldwijde achteruitgang van het oppervlak mangroves en kwelders, tot wel 3 procent per jaar, is in dit licht schrikbarend”, zegt Huisman.

Tegelijk nuanceert Huisman de cijfers enigszins. “Die 700 petagram die als organische koolstof in de oceaan zit, valt in het niet bij de 37.000 petagram die als anorganische koolstof in het zeewater is opgelost. Maar daar kan je dan weer minder aan sturen dan aan de organische stof die is opgeslagen in wetlands.”

Huisman leest in het verhaal van zijn collega’s ook de waarschuwing. “Voor ons land gaat het dan vooral over de ontwatering van veengebieden voor de landbouw. Daarbij verdwijnt enorm veel koolstof als CO2 in de lucht. Maar bij het droogleggen van moerassen en veengebieden komt wereldwijd ook veel methaan en lachgas vrij. De auteurs hebben nu alleen naar koolstof gekeken, maar hun verhaal wordt nog dramatischer als je ook kijkt naar deze sterke broeikasgassen die óók uit gedegradeerde wetlands kunnen vrijkomen. Dat zouden we moeten voorkomen. Daarnaast zijn we nogal geneigd om nieuwe steden op de wereld aan kusten te bouwen. Net als met de ontwatering van veengebieden voor de landbouw, moet je daar dus erg mee uitkijken, als daarbij ook wetlands verloren gaan”, aldus Huisman.

Lees ook: 

Potgrond met turf is funest voor het klimaat. Dit stel noemt het ‘ecologisch vandalisme’

Nederland is een grootverbruiker van turfhoudende potgrond. Terwijl turf – afkomstig uit drooggelegde veenmoerassen – van groot belang is voor het bestrijden van de klimaatcrisis. Tijd voor een verbod, vinden Karin Bodewits en Philipp Gramlich.

Milieuwetenschappers: Bomen planten is goed, maar graag niet lukraak

Bomen planten kan zowel het klimaat als de biodiversiteit verbeteren. Mits het goed gebeurt, benadrukken wetenschappers. Want verkeerde keuzes brengen dier en natuur schade toe.