Stel rapportage naar sociaal effect van arbeidsmigratie verplicht

Leo Lucassen zei hier dat wie vindt dat het in Nederland te druk of te divers wordt, aan de knop van de economie moet draaien, niet aan die van migratie. Drie Nijmeegse onderzoekers  bevelen een sociaaleffectrapportage aan.

Een sociaaleffectrapportage is vergelijkbaar met een milieueffectrapportage (MER). De MER  verplicht overheden op grond van Europees Recht onderzoek te doen naar de milieueffecten van nieuwe bedrijvigheid. Achterliggend idee is dat een milieubeleid vervuiling of hinder beter kan voorkomen dan dat het later de gevolgen ervan moet bestrijden. De MER-rapportage biedt geen volledige garantie, maar kan door controle vooraf, milieuschade door bedrijvigheid wel beperken

Schaderapport

Een sociaaleffectrapportage garandeert evenmin als de MER dat er voortaan geen ‘schade’ meer wordt aangericht, maar brengt wel de te verwachten sociale effecten van nieuwe of grotere bedrijvigheid en de daaraan mogelijk gepaarde toename van arbeidsmigratie in beeld. Daarbij moet je met name denken aan de gevolgen voor arbeidsmigranten in de zin van ondermaatse huisvesting, gebrekkige sociale voorzieningen, maar ook de sociale cohesie van de directe woonomgeving.

Het Aanjaagteam Arbeidsmigranten onder leiding van de huidige commissaris van de koning in Limburg, Emile Roemer, beval de verantwoordelijke minister voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid Karien van Gennip aan om een sociaaleffectrapportage voor arbeidsmigratie zo snel mogelijk in te voeren. De minister zegde toe om erover na te denken.

Het pleidooi voor een rapportage naar de sociale effecten van arbeidsmigratie is overigens niet nieuw. Tijdens een expertmeeting van het Onderzoekcentrum voor Staat en Recht van de Radboud Universiteit, ruim een jaar geleden, verzorgde een medewerker van de afdeling economie van Zuid-Holland een inleiding over het provinciale programma voor de huisvesting van arbeidsmigranten.

Hij gaf daarbij inzicht in de resultaten van pilots en onderzoeken naar de gevolgen van arbeidsmigratie in de provincie. Behalve dat die bevindingen leidden tot aanpassingen van het beleid boden ze ook handvatten voor de ontwikkeling van een bedrijfseffectrapportage.

Goed voorbeeld

In feite is dit een variant op de sociaaleffectrapportage die wij bepleiten. Een gestandaardiseerd onderzoek naar de effecten van arbeidsmigratie, te verrichten voordat een vergunning voor nieuw te ontwikkelen bedrijvigheid wordt afgegeven. Bij een bedrijfseffectrapportage gaat de aandacht vooral uit naar de extra huisvestingsbehoefte als gevolg van nieuwe bedrijvigheid. De rapportage moet aangeven hoe werkgevers en overheden in die verwachte behoefte willen gaan voorzien.

Menswaardige huisvesting van arbeidsmigranten is een kwestie van duurzaam samenleven

Het Huisvestingsbeleid 2021 van de gemeente Peel en Maas is hiervan een voorbeeld. Daarin wordt van werkgevers die tevens huisvesters zijn, gevraagd maatschappelijke verantwoording af te leggen. De gemeente wil van de werkgever/huisvester weten wie de inleners zijn, met welke uitzendbureaus ze werken, hoeveel bedden gehuurd worden. Werkgevers/huisvesters met meer dan tachtig bedden moeten jaarlijks rapporteren hoe ze invulling geven aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dit beleid is ook gaan gelden voor aanvragen tot uitbreiding en verlenging van een eerder verleende vergunning.  Wij zien dit initiatief als een best practice, omdat de verantwoordelijkheid bij werkgevers wordt gelegd en de gemeente niet wegkijkt.

Verder gaan

Hoogleraar Omgevingsrecht aan de Radboud Universiteit Tonny Nijmeijer wijst op het belang om in de ruimtelijk ordening naar alle eventuele gevolgen van arbeidsmigratie te kijken. Prima dat gemeenten de lokale economie proberen te stimuleren door nieuwe bedrijvigheid aan te trekken, maar wel graag met beleid dat oog heeft voor de huisvesting en het welzijn van arbeidsmigranten. Om dat beleid inhoud te kunnen geven, bepleit Nijmeijer juridisch dwingende regels, niet slechts toelichtingen of handreikingen. Dat kan bijvoorbeeld door in de provinciale verordening een artikel op te nemen dat gemeenten gebiedt om onderzoek te doen naar de sociale effecten van arbeidsmigratie.

Een sociaaleffectrapportage moet op twee punten verder gaan. Ten eerste moet niet alleen bij de aanvraag van een vergunning gerapporteerd worden. Wij stellen een jaarlijkse rapportageplicht voor, analoog aan de richtlijn uit de Europese corporate sustainability reporting die ondernemingen verplicht jaarlijks over de afgesproken duurzaamheidsdoelen te verplichten. Menswaardige huisvesting van arbeidsmigranten is een kwestie van duurzaam samenleven.

Ten tweede moet de sociaaleffectrapportage niet beperkt worden tot huisvesting alleen, maar ook gaan over de integratie van en zorg voor arbeidsmigranten. Is er taalonderwijs op het werk, en tijdens werktijd, is er een buddysysteem met buurtgenoten of een andere sociale constructie om de ontmoeting met buurtgenoten mogelijk te maken? En kunnen de huisartsenpraktijken in de omgeving de te verwachten zorgvraag van de arbeidsmigranten wel aan?

In het uiterste geval moet een al verleende vergunning voor het bedrijf worden ingetrokken

Bedrijven moeten de gemeente regelmatig informeren of ze de gestelde huisvestingsdoelen halen, en of ze daadwerkelijk taalonderwijs en andere voorzieningen aanbieden. De gemeente op haar beurt moet werkgevers en huisvesters in staat stellen de vereiste doelen te behalen. Ook moet ze het voor arbeidsmigranten zo gemakkelijk mogelijk maken om zich als inwoner van de gemeente te laten inschrijven.

Als de gemeente niet van plan is de bouw van de benodigde huisvesting te faciliteren, mag ze een bedrijf ook geen vestigings- of uitbreidingsvergunning verlenen.  Doet een gemeente dat wel, dan moet de provincie ingrijpen. In het uiterste geval moet een al verleende vergunning voor het bedrijf worden ingetrokken.

Lusten en lasten

Met de sociaaleffectrapportage heb je een instrument dat het mogelijk maakt om aan de knop van de economie te draaien. Een knop die mede bepaalt of bedrijven die in belangrijke mate afhankelijk zijn van arbeidsmigranten zich nog wel in Nederland kunnen vestigen zónder zich te bekommeren om de sociale impact van hun bedrijvigheid. Het maakt ook dat gemeenten niet meer kunnen profiteren van economische winst op de korte termijn, door de verkoop van bedrijfsterreinen, zonder de last te adresseren die arbeidsmigranten ervaren in slechte woonomstandigheden en buurtgenoten van het gebrek aan samenleven.

Dat een uitgebreide en herhaalde sociaaleffectrapportage administratieve lasten en kosten met zich meebrengt voor overheden en bedrijven, lijkt ons, gelet op het belang voor de samenleving, niet onredelijk.

Tesseltje de Lange is hoogleraar Europees Migratierecht. Anita Böcker is senior onderzoeker Rechtssociologie. Pascal Beckers is universitair hoofddocent Migranteninclusie, Werk en Huisvesting.  Zij zijn alle drie verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen en hebben meegeschreven aan het rapport ‘Migranten in de frontlinie. De effecten van COVID-19 maatregelen op arbeidsmigranten werkzaam in cruciale sectoren. Het rapport (2023) is uitgegeven door de Radboud Universiteit en stichting De Burcht.

 

Foto: Andrea Piacquadio via Pexels.com