Overslaan en naar de inhoud gaan

Opstap naar werk: geen diploma, maar met een praktijkverklaring wel een baan

Gepubliceerd op 22 oktober 2018

Bedrijven zitten te springen om werknemers met praktische vaardigheden. Maar iemand zonder diploma nemen ze toch niet makkelijk aan. De pilot ‘Opstap naar werk’ onderzocht of praktijkleren bij leerbedrijven dan uitkomst kan bieden. De uitkomst is veelbelovend.

Bedrijven zitten te springen om werknemers met praktische vaardigheden. Maar iemand zonder diploma nemen ze toch niet makkelijk aan. De pilot ‘Opstap naar werk’ onderzocht of praktijkleren bij leerbedrijven dan uitkomst kan bieden. De uitkomst is veelbelovend.

Bij een werkgever kom je niet zo snel binnen door te zeggen dat je graag wil leren lassen omdat het je leuk lijkt. Maar wel als je kunt aantonen dat je maanden ervaring hebt opgedaan in een erkend leerbedrijf en als uit een praktijkverklaring blijkt dat je tekeningen kunt lezen. Bij Opstap naar werk, een landelijke pilot van Cedris, SBCM en SBB, leerden kandidaten in drie tot zes maanden praktische vakvaardigheden waar vraag naar is. Alex Wijnakker, die de betrokkenen ondersteunt, vertelt over de opzet van de verkenning. Mariska van den Berg zoomt in op de aanpak bij WSP Noordoost-Brabant, waar praktijkleren op grotere schaal ingevoerd gaat worden.

Tips

  • Richt je op kansrijke sectoren/beroepen.
  • Stem de leerlijn af op wensen van (mkb-)werkgevers.
  • Zet erkende leerbedrijven in.
  • Maak gebruik van de infrastructuur van sw-/ontwikkelbedrijven. 
  • Benut de mbo-kwalificatiestructuur voor het inrichten van de praktijkopleiding.
  • Zorg dat alle gemeenten in een arbeidsmarktregio hetzelfde willen, zodat het niet uitmaakt waar een kandidaat woont.
  • Gebruik de website van een WSP om werkgevers te informeren en gemeenten en werkzoekenden te laten zien waar we plek hebben.

Beproefde aanpak

Opstap naar werk bouwt voort op de Boris-aanpak voor VSO/Pro-leerlingen. Maar bij deze verkenning wordt gekeken of de aanpak ook werkt voor andere doelgroepen zonder startkwalificatie, zoals werkzoekenden van UWV en gemeenten. De praktijkopleiding richt zich op kansrijke sectoren en is gebaseerd op de werkprocessen die Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) heeft beschreven in de mbo-kwalificatiedossiers. De PTC Groep – het bedrijf van Wijnakker - ontleedt die processen in kleinere stappen en biedt een bibliotheek met werkinstructies en een methodiek voor arbeidsontwikkeling.

Sectorbrede jobcarving

Wijnakker legt uit hoe de verkenning is opgezet. “Om te zorgen voor doorstroom naar een baan zochten we samen met SBB, UWV en het Werkgeversservicepunt naar praktisch werk waar veel vraag naar is. Zo zit de installatiebranche te springen om servicemonteurs. In eerste instantie een mismatch met de beoogde doelgroep. In gesprek met de installatiebedrijven bleek dat hun grootste klanten, woningcorporaties, vaak dezelfde ketels in de woningen hebben. We zagen kansen voor de kandidaten om die ketels op te hangen en onderhoud te doen. Dat bespaart andere monteurs tijd zodat die zich kunnen richten op complexere projecten. Sectorale jobcarving dus. De leerlijnen zijn precies afgestemd op wat regionale installatiebedrijven willen.”

Elke sector een eigen aanpak

Wat heeft de verkenning uitgewezen? Wijnakker: “Elke sector vraagt een eigen aanpak. Grote zorginstellingen hebben vaak een professionele opleidingsafdeling en kunnen praktijkleren zelf uitvoeren. In de logistiek is het door de werkdruk niet altijd mogelijk om kandidaten voor te bereiden op een werkopdracht en te oefenen op de werkplek. Werkgevers en jobcoaches van gemeenten en sw-bedrijven zochten daarom een andere manier om te zorgen dat mensen voorbereid aan een werkopdracht beginnen en productiever worden.”

Verder is er een samenwerking met mbo-scholen opgezet om de praktijkopleiding uit te breiden met praktijkleren, zodat toegewerkt wordt naar een mbo-diploma. “We hebben met twee scholen een mbo-opleiding ontwikkeld met een flexibele instroom en doorlooptijd en op werkgeverseisen afgestemde leermiddelen. Ook is er meer praktijkleren, omdat lange theorielessen niet goed passen bij deze doelgroep.”

De ambities van Noordoost-Brabant

Terug naar praktijkleren. Hoe vult WSP Noordoost-Brabant dat in? Daar is met 16 gemeenten, 3 ontwikkelbedrijven en 150 werkgevers afgesproken om in 2018 100 kandidaten met praktijkverklaringen aan een baan te helpen. In 2019 moeten er dat zelfs 300 zijn. In september starten pilots met leerlijnen in de kansrijke sectoren zorg, logistiek en horeca. Metaal en installatie zijn in de maak. Ontwikkelbedrijven (de oude sw-bedrijven) leveren accountmanagers die plekken met baangarantie zoeken en consulenten die mensen werkfit maken en coachen op de werkvloer. De gemeente zorgt voor instroom.

Waar lopen we tegenaan?

Bij het testen van de methodiek loopt WSP Noordoost-Brabant wel tegen enkele hobbels aan, vertelt Van den Berg. “Zo hadden we bij de Sligro zes werkprocessen benoemd. Het bleek teveel gevraagd om die bij de vijf kandidaten in te trainen. De andere drie werkprocessen brengen we bij een ander leerbedrijf onder.” Van den Berg gaat binnenkort met de gemeente aan tafel om afspraken te maken over zaken als instroomcriteria. “Zo kunnen we samen één traject afspreken met financiering.” 

Positieve ervaringen

Van den Berg is enthousiast over de resultaten van het project: “Onze leerlijnen zijn niet in beton gegoten, maar afgestemd op de wensen van een werkgever. Een praktijkopleiding kan direct starten als er een plek is, je hoeft niet te wachten tot er een klasje vol is. We kunnen werkgevers die te maken hebben met een krappe arbeidsmarkt dus snel aan personeel helpen. En de kandidaten hebben na afloop een duurzame baan: bij het leerbedrijf; in het geval van Sligro soms bij een afnemer van het leerbedrijf en in een enkel geval nog even bij het ontwikkelbedrijf.” 

Wijnakker zag wat praktijkleren voor de kandidaten betekent. “Een jongen die ik leerde lassen vertelde dat zijn leven een positieve wending nam: meer zelfvertrouwen, nieuwe vrienden, zelfstandig wonen. Dat doet je wat.”