Terug naar de krant

Het medicijnentekort is een gevolg van het gevoerde beleid

Leeslijst opinie

Geneesmiddelen Om na het failliet van het Leidse geneesmiddelenbedrijf InnoGenerics nog meer tekorten te voorkomen moeten er snel nieuwe regels komen, schrijven vier belanghebbenden. Duitsland is daar al mee begonnen.

Leeslijst

Het doek is vorige maand gevallen voor geneesmiddelenfabriek InnoGenerics. Voor de bühne was er veel verontwaardiging: hoe kunnen we dit bedrijf failliet laten gaan en zo nóg afhankelijker worden van andere landen? InnoGenerics was weliswaar geen grote fabriek maar maakte wel een paar essentiële geneesmiddelen.

InnoGenerics nam in 2019 de productiefaciliteit over van een Indiaas bedrijf dat er geen toekomst meer in zag om in Nederland generieke, patentloze, geneesmiddelen te produceren. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport leek, zo bleek uit een Wob-verzoek, geen waarde te hechten aan productie in Nederland en dat liever aan de markt over te laten. Aldus werd de productiefaciliteit afgebouwd. Toch kwam in 2020 opeens overheidssubsidie beschikbaar voor een doorstart.

Onze verbazing is groot dat de minister toen dacht dat hij met een enkele subsidie een geneesmiddelenfabriek in de lucht kon houden. Een systeemprobleem los je immers niet op met een eenmalige financiële injectie. De vergoeding van geneesmiddelen waar geen patent op zit kent een ingewikkeld systeem van zichtbare en minder zichtbare regels, waardoor bedrijven in Nederland onvoldoende marge krijgen om hun zaak overeind te houden.

Het Nederlandse geneesmiddelenbeleid kent sinds circa 1990 twee succesvolle pijlers: enerzijds doelmatig voorschrijven en ter hand stellen door artsen en apothekers en anderzijds een stringent prijs- en vergoedingenbeleid.

Toen in de jaren negentig steeds meer generieke geneesmiddelen beschikbaar kwamen heeft de overheid actief beleid gevoerd om deze goedkopere middelen door artsen te laten voorschrijven. Artsen en apothekers hebben hier massaal gehoor aan gegeven door voor te schrijven of te leveren op stofnaam en niet meer op de merknaam van het product. Hierdoor gebruiken we in Nederland relatief weinig geneesmiddelen. 85 procent van alle geneesmiddelen die we gebruiken zijn generieke en dus goedkope geneesmiddelen.

Daarnaast kent Nederland sinds 1996 voor geneesmiddelen een prijs- en een vergoedingsplafond. Dit prijsplafond is verankerd in de Wet geneesmiddelenprijzen (WGP). Het vergoedingsplafond is geregeld in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). De minister zet de WGP en het GVS in om kosten te beheersen. Zorgverzekeraars hanteren bovendien een eigen inkoopbeleid, wat betekent dat zij – soms voor enkele eurocenten minder – afspraken maken met apothekers voor het verplicht afleveren van een voorkeursproduct aan patiënten. Niet alleen kan dat leiden tot steeds wisselende doosjes en pillen, maar het zorgt er ook voor dat de prijzen van de goedkope middelen nog verder dalen. Door al deze inspanningen is de gemiddelde prijs van een generiek geneesmiddel in Nederland nu circa 0,04 euro per dag.

Lees ook Doek valt uiteindelijk toch voor Leidse pillenfabriek Innogenerics
De locatie van Innogenerics in Leiden. De pillenfabriek maakt generieke – patentloze – medicijnen, tegen bijvoorbeeld epilepsie, depressie of pijn.

Vertraging

Dat dit beleid werkt blijkt. Artsen schrijven in Nederland niet alleen zuinig voor, maar we hebben ook de laagste generieke geneesmiddelenprijzen van Europa, zo schreef de minister onlangs aan de Tweede Kamer. Dit beleid zorgt ervoor dat we met ons schaarse zorgbudget méér patiënten een goede behandeling kunnen geven.

Maar er is een keerzijde: het ontstaan van tekorten. Vanwege de druk op de prijzen zullen fabrikanten er alles aan doen om zo efficiënt mogelijk te produceren. Bijvoorbeeld door productiefaciliteiten samen te voegen en te verplaatsen naar goedkopere locaties. Hierdoor zijn de aanvoerlijnen van geneesmiddelen lang en niet flexibel. Een bestelling die je vandaag doet komt over zes à negen maanden binnen. Vertraging bij de douane of de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan al tot een tekort leiden.

De minister houdt fabrikanten verantwoordelijk voor deze tekorten met een boetesysteem. Bij het te laat melden van een mogelijk tekort kan de minister een boete opleggen die voor veel generieke geneesmiddelen kan oplopen tot dertig keer de jaaromzet van dat ene product. Generieke leveranciers reageren hierop door geneesmiddelen in Nederland dan maar van de markt te halen. Hierdoor ontstaan nog meer tekorten en afhankelijkheid van het buitenland. Navraag bij een van de vier groothandels leert dat op dit moment 15 procent van de verzekerde geneesmiddelen niet leverbaar is in Nederland.

De gevolgen van de tekorten zijn niet alleen nadelig voor de patiënt maar uiteindelijk ook voor de kosten. De tekorten worden namelijk door apothekers opgelost door deze geneesmiddelen uit bijvoorbeeld Duitsland of België te halen, wat een hoop extra administratie is. Bovendien zijn de prijzen daar vaak hoger. Ook zien we steeds vaker dat geneesmiddelen die door fabrikanten in Nederland van de markt worden gehaald bereid worden door zogenaamde bereidingsapotheken. Fijn als dat kan bij een nijpend tekort, maar deze geneesmiddelen worden niet beperkt door het prijs- en vergoedingsplafond en zijn daardoor (vaak) véél duurder.

Als laatste zorgen de Wet geneesmiddelenprijzen, het Geneesmiddelenvergoedingssysteem en het preferentiebeleid er ook voor dat het doorontwikkelen van een oud medicijn voor een zeldzame ziekte financieel onmogelijk is. Daarbij komen immers extra kosten kijken die niet terugverdiend kunnen worden in het huidige systeem. Zo wordt innovatie van betaalbare middelen geremd. Succesvolle innovaties blijven op dit ogenblik op de plank liggen omdat ze bedrijfseconomisch niet haalbaar zijn.

Duitsland

Terug naar InnoGenerics. De levensvatbaarheid van één productielocatie in Leiden is dus niet het grootste probleem. Het probleem is dat het huidige beleid onherroepelijk leidt tot steeds meer tekorten aan geneesmiddelen én substitutie naar duurdere alternatieven. Indien we alle generieke geneesmiddelen om zouden zetten naar merkgeneesmiddelen dan stijgen die geneesmiddelenkosten van nu 600 miljoen naar circa 7,5 miljard euro.

Om tekorten tegen te gaan heeft minister Ernst Kuipers (VWS, D66) in juli 2022 handelsvergunningshouders van geneesmiddelen en groothandelaren verplicht om per 1 januari 2023 een voorraad aan te houden van tweeënhalve maand. Zonder aanvullende systeemaanpassing. In Duitsland heeft de regering inmiddels wel die aanvullende maatregelen genomen. Deze houden onder andere in dat er niet alleen voorraden van geneesmiddelen aangehouden moeten worden, maar ook dat er een vergoeding voor apothekers komt als zij tekorten op moeten lossen en dat de prijzen van geneesmiddelen iets omhoog mogen gaan als er nog maar weinig leveranciers zijn.

In 2024 wil de minister de vergoeding van geneesmiddelen met nog eens 240 miljoen verlagen. Nog meer generiekfabrikanten zullen dan afhaken. Daarom stellen wij voor dat bij de herziening van het GVS deze problematiek meegenomen wordt. Er moet een systeemoplossing komen om generieke medicijnen beschikbaar en betaalbaar te houden voor patiënten. Hopelijk creëert die ook een ondernemingsklimaat waardoor de andere fabrieken die we in Nederland, of in ieder geval in Europa, nog hebben, niet hetzelfde lot beschoren is als InnoGenerics.

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 10 januari 2023.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in