Overbruggingsrecht in 2024

Stel dat je door omstandigheden je activiteit een tijdlang of misschien zelfs definitief moet stopzetten. Dan kan je het overbruggingsrecht aanvragen.

Wat is het overbruggingsrecht? 

Als je door omstandigheden je zelfstandige activiteit moet stopzetten of een tijdje moet onderbreken, kan je het overbruggingsrecht aanvragen. Je ontvangt een uitkering en in bepaalde gevallen hoef je geen sociale bijdragen te betalen.

overbruggingsrecht

Voorwaarden voor overbruggingsrecht in 2024

  1. Je hebt je hoofdverblijfplaats in België.
  2. Je bent zelfstandige in hoofdberoep of meewerkende echtgenoot gedurende het kwartaal waarin het feit zich voordeed én de drie daaraan voorafgaande kwartalen;
  3. Je bent voor diezelfde kwartalen sociale bijdragen verschuldigd.
    Je hebt minstens vier kwartaalbijdragen betaald. Die kwartalen liggen in een referteperiode van zestien kwartalen, namelijk het kwartaal van de stopzetting/onderbreking van je activiteit en de vijftien eraan voorafgaande kwartalen. 
    Goed om te weten: een kwartaal dat wordt gelijkgesteld voor het pensioen in het zelfstandigenstelsel wordt gelijkgesteld met een kwartaal van effectief betaalde bijdragen. 
  4. Je oefent op het tijdstip van de onderbreking/stopzetting van je zelfstandige activiteit geen enkele beroepsactiviteit meer uit. 

Wanneer is het overbruggingsrecht van toepassing?

Je kan in twee situaties een beroep doen op het overbruggingsrecht: gedwongen onderbreking en stopzetting wegens economische moeilijkheden.

1.     Gedwongen onderbreking

Als je door omstandigheden buiten je wil je activiteit tijdelijk moet onderbreken of definitief moet stopzetten. Het kan gaan om: 

  • een natuurramp
  • een brand
  • een beschadiging van de voor professioneel gebruik bedoelde gebouwen of de professionele uitrusting
  • een allergie veroorzaakt door het uitoefenen van je beroep
  • een beslissing van een economische speler of een gebeurtenis met economische impact
  • faillissement - ofwel persoonlijk faillissement ofwel van de vennootschap waarin je op het tijdstip van het faillissement mandataris of werkend vennoot was.

Ben je helper of meewerkend echtgenoot, dan is niet vereist dat de geholpen zelfstandige of je echtgenoot ook getroffen is door de situatie.

2.    Stopzetting wegens economische moeilijkheden

Als je door economische moeilijkheden je activiteit officieel moet stopzetten. Om recht te hebben op het overbruggingsrecht, moet je aan één van de volgende voorwaarden voldoen:

  • Je ontvangt op het ogenblik van de stopzetting een leefloon en kan dit bewijzen met een attest van het OCMW.
  • Het RSVZ (Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen) heeft je vrijgesteld van sociale bijdragen in de periode van 12 maanden die voorafgaat aan de maand van je stopzetting. 
  • Je hebt een beperkt inkomen. In het jaar van de stopzetting én het jaar daarvoor was je netto belastbaar inkomen als zelfstandige niet hoger dan 16.409,20 euro als zelfstandige of helper, of niet hoger dan 7.208,56 euro als meewerkende echtgenoot (bedragen 2024).

Als helper of meewerkende echtgenoot kom je enkel in aanmerking als ook het inkomen van de hoofdzelfstandige die je bijstaat de drempel van 16.409,20 euro niet overschrijdt.

Voor zelfstandigen in vennootschap geldt een extra voorwaarde:

Was je op het moment van de stopzetting mandataris of werkend vennoot, dan moet er een procedure tot ontbinding en vereffening van de vennootschap opgestart zijn. Bovendien mag die vereffening geen vermogensvoordeel opleveren dat hoger is dan 32.818,40 euro. 

Waar heb je recht op?

A.    Uitkering

Zodra je activiteiten onderbroken zijn, ontvang je een financiële uitkering. De uitkering kan gedurende maximaal 12 maanden worden toegekend. Het bedrag van je uitkering hangt van je gezinssituatie af:

  • Zonder gezinslast: 1.574,68 euro per maand.  
  • Met gezinslast: 1.967,73 euro per maand. Je hebt recht op de hogere uitkering met gezinslast als je een persoon ten laste hebt voor de ziekteverzekering.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee onderbrekingsperiodes:

Eerste periode: gaat in op de dag van het feit dat de onderbreking heeft veroorzaakt en eindigt op de laatste dag van de volgende kalendermaand. Tijdens deze periode wordt de financiële uitkering toegekend per periode van 7 opeenvolgende dagen. Om recht te hebben op een financiële uitkering moet je onderbreking minstens 7 opeenvolgende kalenderdagen duren. Het bedrag van de weekuitkering is gelijk aan 25% van het maandbedrag.

Tweede periode: gaat in op de eerste dag van de tweede kalendermaand na het feit dat de onderbreking heeft veroorzaakt. Tijdens deze periode wordt de financiële uitkering toegekend per kalendermaand en niet langer per periode van 7 opeenvolgende dagen. 

Voorbeeld: je zet je activiteit van 15 januari 2024 tot 30 april 2024 stop door een gedwongen onderbreking.

De eerste periode loopt van 15 januari 2024 tot 28 februari 2024 (het einde van de kalendermaand na de maand waarin het feit dat de onderbreking heeft veroorzaakt plaatsvond, dus 28 februari). De uitkering wordt op weekbasis toegekend: 6 weken, dus 6 wekelijkse uitkeringen. 

De tweede periode loopt van 1 maart 2024 tot en met 30 april 2024. De uitkering wordt gedurende 2 maanden (maart en april 2024) maandelijks toegekend.

B.    Gelijkstelling

De periode waarin je je sociale rechten behoudt gaat in op de eerste dag van het kwartaal na het kwartaal waarin het feit plaatsvond en loopt vier kwartalen later af.

Tijdens die 4 kwartalen behoud je je rechten op medische verzorging, gezinsbijslag en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen Opgelet: tijdens die gelijkgestelde kwartalen bouw je geen pensioenrechten op.

Wil je een beroepsactiviteit verderzetten?

Tijdens de eerste periode (zie punt 4) mag je het overbruggingsrecht niet cumuleren met een beroepsactiviteit (hervatting van je zelfstandige activiteit, uitoefening van een nieuwe zelfstandige activiteit, uitoefening van een activiteit in loondienst of als ambtenaar).

Tijdens de tweede periode (zie punt 4) is cumulatie daarentegen gedurende maximaal 3 maanden mogelijk.

Als je recht hebt op een volledige maand overbruggingsuitkering, mag je een maand uitkering en beroepsactiviteit cumuleren. Het bedrag van de overbruggingsuitkering wordt met 25% verminderd.

Als je recht hebt op twee maanden volledige overbruggingsuitkering, mag je twee maanden uitkering en beroepsactiviteit cumuleren. Het bedrag van de overbruggingsuitkering voor de tweede maand cumulatie wordt met 50% verminderd.

Als je recht hebt op ten minste drie maanden volledige overbruggingsuitkering, mag je drie maanden uitkering en beroepsactiviteit cumuleren. Het bedrag van de overbruggingsuitkering van de derde maand wordt met 75% verminderd.

Opgelet: de uitoefening van een beroepsactiviteit heeft altijd een effect op het overbruggingsrecht, ongeacht hoeveel je werkt. Werk je in een bepaalde kalendermaand één dag als uitzendkracht? Of werk je 20 dagen in die maand? Het effect op het overbruggingsrecht is hetzelfde. 

Ontvang je een vervangingsinkomen?

Je kunt het overbruggingsrecht cumuleren met een ander vervangingsinkomen. Hou er wel rekening mee dat je uitkering overbruggingsrecht verminderd wordt met het bedrag van je andere vervangingsinkomen(s).

Voorbeeld: De overbruggingsuitkering is gelijk aan 1.543,84 euro (zonder gezinslast). Als je voor die maand een ziekte-uitkering van 700 euro ontvangt, moet je als volgt te werk gaan: 1.543,84 euro - 700 euro = 843,84 euro. Het bedrag van de overbruggingsuitkering is dus gelijk aan 843,84 euro.

Heb je meermaals pech? 

Als je door een nieuwe gebeurtenis je activiteit moet onderbreken of stopzetten, kan je recht hebben op extra maanden/kwartalen overbruggingsrecht, zelfs als je je 'basispakket' van twaalf maanden/vier kwartalen al hebt opgebruikt bij een of meerdere eerdere gebeurtenissen.

Het maximum aantal extra maanden/kwartaal hangt af van het aantal kwartalen opbouw van pensioenrecht als zelfstandige in een referentieperiode, d.w.z. de periode tussen de vorige gebeurtenis en de nieuwe gebeurtenis.
 

Aantal kwartalen opbouw van pensioenrechten als zelfstandige tijdens de referentieperiode  Extra maanden - uitkering 

Extra kwartalen - behoud van rechten  

< 12 3 1
12 tot 15 4 1
16 tot 19 5 1
20 tot 23 6 2
24 tot 27 7 2
28 tot 31 8 2
32 tot 35 9 3
36 tot 39 10 3
40 tot 43 11 3
44 of meer 12 4

Hoe vraag je overbruggingsrecht aan?

Stuur een mailtje naar overbruggingsrecht@liantis.be en we bezorgen je het aanvraagformulier. Wacht niet te lang om je aanvraag in te sturen. Je aanvraag moet ingediend zijn vóór het einde van het tweede kwartaal dat volgt op het kwartaal van het vonnis van faillietverklaring, het begin van de gedwongen onderbreking of de stopzetting van je activiteit. Het naar behoren ingevulde en ondertekende formulier bezorg je ons terug via aangetekende zending. Je kan het ook binnenbrengen in één van onze kantoren.

Zit je nog met vragen over het overbruggingsrecht?

Neem contact met ons op