Spring naar content

Veel aandacht voor huisartsenzorg in begrotingsdebat

Huisvestingsproblemen, het realiseren van meer tijd voor de patiënt en onbegrip over commerciële partijen die huisartsenpraktijken overnemen. Dat waren de belangrijkste huisartsenonderwerpen die tijdens het begrotingsdebat in de Tweede Kamer besproken werden. Goed om te zien dat er zoveel aandacht is in de Kamer voor de huisartsenzorg.

Praktijkruimte

De Tweede Kamer sprak 18 en 20 oktober 2022 over de begroting volksgezondheid 2023. Kamerleden van 20 fracties becommentarieerden de begroting en kwamen zelf met voorstellen. In dit bericht leest u over de vragen en moties van de fracties en hoe minister Kuipers daarop reageerde. Over 2 weken stemt de Kamer over de ingediende moties.

Politiek wil oplossingen voor huisvestingsproblemen

Joba van den Berg (CDA) stelde eerder al schriftelijke vragen over de groeiende huisvestingsproblemen bij huisartsen. In het begrotingsdebat vroegen Corinne Ellemeet (GroenLinks) en Attje Kuiken (PvdA) expliciet aandacht voor dit probleem, dat via LHV-onderzoek in kaart is gebracht.

Ellemeet: “De huisarts verdwijnt langzaam uit de wijk. Ze kunnen simpelweg de huisvesting niet meer betalen. Het is aan dit kabinet om met gemeenten de huisarts in de wijk te behouden. Daarom moet er meer vastgoed een maatschappelijke bestemming krijgen. Vastgoed waar huisartsen voor een eerlijke prijs hun praktijk kunnen houden of vestigen.”

Lees ook het opiniestuk over huisvestingsproblemen van huisartsen van Kamerleden Corinne Ellemeet en Attje Kuiken in het AD van vrijdag 21 oktober.

De Kamerleden dienden samen een motie in. Ze vragen de regering daarin om snel afspraken te maken over het beschikbaar stellen van extra gebouwen voor huisartsenpraktijken, het meenemen van huisartsenhuisvesting bij nieuwe bestemmingsplannen, evenals een vast contactpunt voor huisartsen bij gemeenten.

Reactie minister // Huisvestingsproblemen

Minister Kuipers zei dat hij het probleem kent en dat het gezamenlijk moet worden opgelost. Hij noemde daarbij een handreiking met oplossingsrichtingen en handelingsperspectief. Deze handreiking wordt in nauwe samenwerking met huisartsenorganisaties, zorgverzekeraars, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Nederlandse Zorgautoriteit gemaakt en moet voor de zomer van 2023 afgerond zijn. Hij betrekt ook Minister De Jonge (Wonen) hierbij.
Kuipers liet het oordeel over de motie aan de Kamer over.

Opnieuw aandacht voor Meer tijd voor de patiënt

Verschillende Kamerleden (PvdA, GroenLinks, VVD, BBB, JA21 en PVV) benadrukten het belang van Meer tijd voor de patiënt en dat de IZA-afspraken hierover echt moeten worden uitgevoerd. In de Kamer waren vergelijkbare twijfels te horen als die wij als LHV zelf hebben: de intenties zijn goed, maar vertrouwen dat het echt zo wordt uitgevoerd ontbreekt nog.

Nicki Pouw-Verweij (JA21) diende samen met het CDA een motie in waarin zij de regering oproept om het vertrouwen van de huisartsen te herwinnen door op korte termijn concrete afspraken te maken over meer tijd en ANW-tarieven. “Huisartsen zijn als poortwachters van de zorg cruciaal voor het stand houden van ons zorgsysteem.”

GroenLinks en de PvdA dienden een motie in die de minister oproept de gemaakte afspraken met huisartsen en wijkverpleging actief te monitoren én in te grijpen als de afspraken niet worden nageleefd. Minister Kuipers laat voor beide moties het oordeel aan de Kamer.

Reactie minister // Meer tijd voor patiënt

Minister Kuipers gaf aan de afspraken in het Integraal Zorgakkoord over ‘meer tijd voor de patiënt’ (MTVP) en dat hij “zeer intensief in gesprek is met de LHV, InEen en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) over de uitvoering van de gemaakte afspraken”. Hij gaf aan de voortgang te zullen monitoren op een manier die niet leidt tot extra administratieve lasten voor huisartsen én bij te zullen sturen als de voortgang onvoldoende is.

Zorgen over commerciële aanbieders huisartsenzorg

Maarten Hijink (SP) had een stevig pleidooi om opnieuw te onderzoeken of goodwill kan worden afgeschaft bij de overname van een huisartsenpraktijk door een buitenlandse commerciële investeerder.

Hij schetste het beeld van commerciële investeerders die vaak goodwill betalen om huisartsenpraktijken over te nemen en vervolgens commercieel te kunnen uitbaten (met minimale zorg en een verdienmodel door de inschrijvingstarieven). Hij stelt dat als gevolg hiervan de patiëntenzorg en de bereikbaarheid en beschikbaarheid van een vaste huisarts afneemt. Hij verwees daarbij ook naar ons standpunt waarin wij ons uitspreken tegen het vragen en betalen van goodwill.

Joba van den Berg (CDA) onderschreef in het debat de issues van huisartsenketens die huisartsenpraktijken overnemen en ‘uitgeklede zorg’ leveren.

Deze Kamerleden dienden samen vervolgens een motie in waarin de regering wordt gevraagd om te onderzoeken wat er nodig is om deze ongewenste situaties bij commerciële overnames van huisartsenpraktijken aan te pakken en de Kamer in het eerste kwartaal 2023 hierover te informeren.

Reactie minister // commerciële partijen

Minister Kuipers begon met te stellen dat hij geen voorstander is van goodwill-betalingen, maar dat een verbod niet mogelijk is. Daar is in 2015 in opdracht van de toenmalige minister al onderzoek naar gedaan. Een verbod zou inbreuk betekenen op het eigendomsrecht en omvangrijk financiële risico’s met zich meebrengen voor de Staat door mogelijke compensaties.

In algemene zin gaf hij aan dat hij ziet “dat de huisartsenzorg sterk onder druk staat en dat praktijkhouders steeds vaker moeite hebben met het vinden van een opvolger. Het is dus niet verrassend dat andere partijen – zoals ketens of aanbieders van innovatieve vormen van huisartsenzorg – met enige regelmaat praktijken overnemen. Ik vind het hierbij van groot belang dat zowel toegankelijkheid als kwaliteit van de huisartsenzorg geborgd zijn. Hierop houden de NZa en IGJ toezicht.”

De minister zei eerst meer zicht te willen hebben op de aard en omvang. Hij gaf ook aan dat hij hierover in gesprek wil met de LHV. Hij laat het oordeel aan de Kamer over de ingediende motie.

Minister: niet concurrentie maar samenwerking

De combinatie van stijgende vraag naar zorg en tekorten op de arbeidsmarkt zorgt voor knelpunten, benadrukte minister Kuipers in het debat. Niet alle zorg kan altijd overal geleverd worden en zorgverleners moeten ontzorgd worden. Dat vraagt om actie: regeldruk omlaag, gegevens makkelijker uitwisselen, basiszorg beter organiseren, goede samenwerking in ketens en regio’s en goed inzicht in beschikbare capaciteit.

Kuipers benoemde dat de huisartsen moeite hebben om patiënten door te verwijzen vanwege de lange wachtlijsten. Dit leidt volgens hem tot overbelasting, iets wat hij wil voorkomen. Over de organisatie van zorg zei hij dat er te lang is gedacht dat concurrentie tot de beste zorg leidt. Niet concurrentie, maar samenwerking leidt tot een hogere zorgkwaliteit, aldus de minister.

Inzet van de LHV

In aanloop naar het debat hebben we met verschillende fracties gesproken over de belangrijke huisartsenthema’s. Het is goed om te zien dat veel Kamerleden de zorgen van huisartsen naar voren brachten in het debat en in de ingediende moties.

Op 1 november 2022 wordt gestemd over de moties. In de week van 8 december 2022 wordt gestemd over de begroting en de amendementen.

Nieuws

Geen items gevonden