Economisch beeld verslechtert opnieuw

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© CBS
Het conjunctuurbeeld volgens de Conjunctuurklok van het CBS was in april negatiever dan in maart, meldt het CBS. In de Conjunctuurklok van april presteerden 10 van de 13 indicatoren slechter dan hun langjarige trend.

De conjunctuurklok is een hulpmiddel voor het bepalen van de stand en het verloop van de Nederlandse conjunctuur. In de Conjunctuurklok komt vrijwel alle belangrijke economische informatie samen die het CBS tijdens de afgelopen maand c.q. het afgelopen kwartaal heeft gepubliceerd. Het conjunctuurbeeld volgens de Conjunctuurklok betreft een macro-economisch beeld en het gaat niet in gelijke mate op voor alle huishoudens, bedrijven of regio’s.

Conjunctuurklokindicator (ongewogen gemiddelde van de indicatoren, exclusief bbp, in de Conjunctuurklok)
jaarmaandcyclus (afwijking van de langetermijntrend (=0))
2020januari0,38
2020februari0,3
2020maart0,21
2020april-0,34
2020mei-1,02
2020juni-1,99
2020juli-2
2020augustus-1,3
2020september-1,15
2020oktober-0,94
2020november-0,88
2020december-0,63
2021januari-0,74
2021februari-0,96
2021maart-0,91
2021april-0,77
2021mei-0,54
2021juni-0,37
2021juli-0,08
2021augustus0,3
2021september0,37
2021oktober0,47
2021november0,57
2021december0,63
2022januari0,59
2022februari0,3
2022maart0,45
2022april0,52
2022mei0,65
2022juni0,79
2022juli0,73
2022augustus0,72
2022september0,62
2022oktober0,5
2022november0,45
2022december0,37
2023januari0,29
2023februari0,21
2023maart0,13
2023april0,04
2023mei-0,07
2023juni-0,17
2023juli-0,25
2023augustus-0,36
2023september-0,42
2023oktober-0,47
2023november-0,56
2023december-0,63
2024januari-0,7
2024februari-0,8
2024maart-0,85
2024april-0,88

Consumenten en producenten minder negatief

Consumenten en producenten waren in april minder negatief dan een maand eerder. Hun vertrouwen lag wel onder het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar.

Consumenten- en producentenvertrouwen (seizoengecorrigeerd)
jaarmaandConsumentenvertrouwen (gemiddelde van de deelvragen)Producentenvertrouwen (gemiddelde van de deelvragen)
2020januari-3-0,1
2020februari-21
2020maart-2-2,6
2020april-22-31,5
2020mei-31-28,1
2020juni-27-18,7
2020juli-26-11,8
2020augustus-29-7,8
2020september-28-7
2020oktober-30-7,7
2020november-26-6,4
2020december-20-3,2
2021januari-19-1,8
2021februari-19-2,6
2021maart-180,6
2021april-143,6
2021mei-95,6
2021juni-37,8
2021juli-49,2
2021augustus-67,1
2021september-59,1
2021oktober-1010,4
2021november-1910,1
2021december-257,3
2022januari-286,5
2022februari-305,8
2022maart-395,7
2022april-487,2
2022mei-475,8
2022juni-504,2
2022juli-515,3
2022augustus-542,4
2022september-591,2
2022oktober-590,9
2022november-571,1
2022december-521
2023januari-491,1
2023februari-440,9
2023maart-390,9
2023april-37-0,3
2023mei-38-1,7
2023juni-39-2,7
2023juli-39-2,7
2023augustus-40-4,6
2023september-39-3,9
2023oktober-38-3,7
2023november-33-2,6
2023december-29-5,7
2024januari-28-4,4
2024februari-27-4,2
2024maart-22-4,8
2024april-21-3,6

Consumptie huishoudens, export en investeringen krimpen

In februari 2024 hebben huishoudens 0,3 procent minder goederen en diensten aangeschaft dan in februari 2023 (voor prijsveranderingen en koopdagpatroon gecorrigeerd). Ze kochten minder goederen, maar iets meer diensten.

Het volume (werkdaggecorrigeerd) van de goederenexport was in februari 3,6 procent kleiner dan in februari 2023. Vooral de uitvoer van aardolieproducten, machines, transportmiddelen en voedings- en genotmiddelen was lager dan een jaar eerder.

In februari 2024 was het volume van de investeringen in materiële vaste activa 2,8 procent kleiner dan een jaar eerder. Dat komt vooral doordat er minder is geïnvesteerd in gebouwen en machines. In personenauto’s is echter meer geïnvesteerd.

Productie industrie ruim 2 procent lager in februari

De kalendergecorrigeerde productie van de Nederlandse industrie was in februari 2,3 procent lager dan in februari 2023. Ook in de voorgaande zeven maanden kromp de productie op jaarbasis. Voor seizoen- en kalendereffecten gecorrigeerd steeg de productie in februari met 1,4 procent ten opzichte van januari.

Iets minder faillissementen in maart

In maart zijn, voor zittingsdagen gecorrigeerd, 8 bedrijven minder failliet verklaard dan in februari. Dat is een daling van 2 procent. De onderliggende trend van het aantal faillissementen is echter bijna 2 jaar stijgend. In de eerste drie maanden van 2024 zijn ruim 46 procent meer bedrijven failliet verklaard dan in dezelfde periode een jaar eerder.

Prijzen koopwoningen ruim 5 procent hoger in maart

In maart 2024 waren de prijzen van bestaande koopwoningen gemiddeld 5,4 procent hoger dan in maart 2023. Ten opzichte van februari 2024 stegen de prijzen in maart met 0,7 procent.

Minder vacatures, meer gewerkte uren en werklozen

Werknemers en zelfstandigen werkten in het vierde kwartaal van 2023 in totaal ruim 3,6 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, 0,1 procent meer dan een kwartaal eerder.

In maart waren 371 duizend mensen werkloos. De werkloosheid nam in de afgelopen drie maanden licht toe, met gemiddeld 3 duizend mensen per maand. Het werkloosheidspercentage, het aantal werklozen afgezet tegen de beroepsbevolking, kwam uit op 3,6.

Het aantal vacatures blijft dalen, nu al zes kwartalen achtereen. Eind december stonden er 410 duizend vacatures open, 5 duizend minder dan aan het einde van het derde kwartaal.

De omzet van uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling steeg in het vierde kwartaal 2023 met 0,9 procent in vergelijking met een kwartaal eerder.

Bbp steeg met 0,4 procent in vierde kwartaal 2023

Volgens de tweede berekening van het CBS, op basis van nu beschikbare gegevens, steeg het bruto binnenlands product (bbp) in het vierde kwartaal van 2023 met 0,4 procent ten opzichte van het derde kwartaal. De groei volgt op drie achtereenvolgende kwartalen waarin het bbp daalde. De toename van het bbp in het vierde kwartaal is vooral toe te schrijven aan de consumptie door huishoudens.

Bruto binnenlandse product (volume), seizoengecorrigeerd
JaarKwartaalIndex (2015=100)
20181e kwartaal106,9
20182e kwartaal107,6
20183e kwartaal107,8
20184e kwartaal108,3
20191e kwartaal109,2
20192e kwartaal109,5
20193e kwartaal109,7
20194e kwartaal110,4
20201e kwartaal108,9
20202e kwartaal99,8
20203e kwartaal106,2
20204e kwartaal106,8
20211e kwartaal108,1
20212e kwartaal111,4
20213e kwartaal113,7
20214e kwartaal114,5
20221e kwartaal115,1
20222e kwartaal117,1
20223e kwartaal117,3
20224e kwartaal118
20231e kwartaal117,4
20232e kwartaal117
20233e kwartaal116,7
20234e kwartaal117,1