Copy
View this email in your browser


GMH Nieuwsbrief nr. 2

Donderdag 22 juli 2021 
De Stichting Gedragscode Medische hulpmiddelen (GMH) houdt toezicht op de naleving van de GMH code. Onderdeel van de GMH is de verplichting om bepaalde financiële relaties tussen leveranciers en zorgprofessionals te melden in het Transparantieregister Zorg. De GMH heeft dit jaar – net als voorgaande jaren  –  een steekproef genomen uit de relaties die over het betreffende jaar aan het Transparantieregister Zorg zijn gerapporteerd. Er is informatie over 12 financiële relaties opgevraagd, waarvan er vijf nader zijn geanalyseerd. In deze Nieuwsbrief treft u de bevindingen van de GMH aan. 

De conclusie van deze analyse is dat de relaties voor het overgrote deel in overeenstemming zijn met de GMH code. De overeenkomsten regelen de belangrijkste aspecten van de relatie meestal grondig en uitgebreid. Dat wordt ieder jaar beter. 

Als algemeen aandachtspunt blijkt de GMH meegeven dat partijen bij een financiële relatie moeten zorgen voor een gedetailleerde en gespecifieerde omschrijving van de financiële relatie en de onderbouwing daarvan in de overeenkomst. Ook moet er meer aandacht zijn voor verantwoording achteraf en de consequenties daarvan.

Er blijken nog steeds misverstanden te bestaan over welke relaties moeten worden gemeld en in welke rubriek. Zo hoeven financiële relaties die betrekking hebben op sponsoring van bijeenkomsten niet te worden gemeld, maar gebeurt dat wel. Door de uitbreiding van de transparantieverplichtingen in 2021 zal dat volgend jaar minder spelen, maar goede voorlichting blijft wenselijk. 
Inhoudsopgave GMH Nieuwsbrief:
Introductie

Op grond van de GMH Code moeten bepaalde overeenkomsten worden openbaar gemaakt, nl. dienstverleningsovereenkomsten en sponsorovereenkomsten die zijn gesloten tussen enerzijds leveranciers van medisch hulpmiddelen en anderzijds bepaalde zorgprofessionals, zorgorganisaties of samenwerkingsverbanden waarbinnen zij werkzaam zijn. 

Over het jaar 2020 is in totaal € 21 miljoen aan financiële relaties tussen leveranciers van medische hulpmiddelen en zorgprofessionals/zorginstellingen gemeld bij het Transparantieregister Zorg. Om tot een evenwichtige steekproef te komen heeft de GMH de volgende selectiecriteria vastgesteld, waarbij is gestreefd naar diversiteit in relatietype, contractspartijen en bedragen. 

Uit de relaties binnen een bepaald relatietype die voldeden aan de selectiecriteria is een twaalftal relaties geselecteerd. De betrokken leveranciers hebben het verzoek gekregen om de onderliggende overeenkomsten en stukken op te sturen en een nadere toelichting te geven. Vrijwel alle leveranciers hebben volledig meegewerkt. Ook de betrokken zorgprofessionals en zorginstellingen zijn geïnformeerd; in alle gevallen is toestemming gegeven voor medewerking. Van de twaalf relaties zijn er vijf geselecteerd voor verdere analyse. 

Bij het publiceren van gegevens over de betrokken relaties is de vertrouwelijkheid in acht genomen. Vanuit privacy oogpunt zijn de namen van betrokken natuurlijke en rechtspersonen weggelaten en is rekening gehouden met mogelijke commerciële gevoeligheid van de informatie. Daarom zijn de bedragen die in het Transparantieregister staan niet exact weergegeven maar is [tussen haken] de bandbreedte aangegeven. Specifieke achtergrondinformatie is veralgemeniseerd.

A. Dienstverlening door zorgprofessionals 


Zorgprofessionals kunnen diensten verrichten in opdracht van leveranciers van medisch hulpmiddelen en mogen daarvoor een vergoeding ontvangen. De GMH Code staat dat toe onder de volgende voorwaarden (art. 13 en 14 GMH Code): 
  • de dienst heeft een legitiem doel dat van betekenis is voor de leverancier;
  • de keuze voor de dienstverlener is gebaseerd op diens kwalificaties en expertise in relatie tot de gevraagde dienst;
  • de vergoeding voor de dienst staat in redelijke verhouding tot de verrichte diensten. Daarbij hanteert de GMH maximum uurtarieven die als redelijk worden beschouwd en die in overleg met IGJ zijn vastgesteld. Deze uurtarieven verschillen per categorie zorgprofessionals (bijv. € 200 voor een hoogleraar en € 140 voor een medisch specialist);
  • de afspraken over de dienstverlening zijn vooraf vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst waarin de inhoud, aard, duur en omvang van de dienst helder zijn omschreven, het honorarium en eventuele onkostenvergoeding zijn gedefinieerd, bepaald is waar, wanneer en gedurende hoeveel uren de diensten worden verricht en de verplichting is opgenomen dat de dienstverlener toestemming heeft van zijn werkgever/bestuur van de zorginstelling waar hij/zij werkt; 
  • in de overeenkomst wordt bepaald hoe de openbaarmaking in het Transparantieregister Zorg plaatsvindt. 
Hieronder zijn de drie geselecteerde dienstverleningsrelaties beschreven en beoordeeld.
 
Hoogleraar spreekt op een bijeenkomst georganiseerd door een leverancier

Melding Transparantieregister Zorg: In het Transparantieregister Zorg 2020 is een financiële relatie ter waarde van [€ 500 - € 1.000] gemeld in de categorie dienstverlening honorarium. Op basis van de opgevraagde gegevens stelt de GMH vast dat het gaat om een hoogleraar, werkzaam bij een universitair medisch centrum.

In de dienstverleningsovereenkomst is de dienstverlening omschreven als het voorbereiden en verzorgen van een presentatie in het kader van een door een leverancier georganiseerde virtuele presentatie (ontbijtsessie) voor deelnemers aan een door een derde georganiseerd congres. Er zijn nog 3 andere zorgprofessionals betrokken die ook een bijdrage leveren. 

Uit de overeenkomst blijkt dat de hoogleraar in totaal 1 uur vergoed krijgt voor zijn aanwezigheid en inbreng tijdens de workshop en 2 uur voor voorbereidingstijd (opstellen presentatie, voorbespreking met de voorzitter en andere sprekers en test vanwege de virtuele omgeving), tegen een uurtarief van € 200. Uit de overeenkomst is af te leiden dat reiskosten worden vergoed. Het honorarium is rechtstreeks betaald aan de hoogleraar en op zijn naam gemeld. 

Beoordeling GMH: De dienstverleningsovereenkomst is volledig in overeenstemming met de GMH code. De afspraken zijn schriftelijk vastgelegd, bevatten verwijzingen naar de GMH en de melding in het Transparantieregister Zorg, benadrukken de onafhankelijkheid van de dienstverlener en de werkgever is vooraf aantoonbaar akkoord gegaan met de dienstverlening, wat blijkt uit mede-ondertekening. Ook zijn er bepalingen opgenomen over het gebruik van een disclosure slide en uitingen die mogelijk als reclame voor medisch hulpmiddelen kunnen worden gezien.

De overeenkomst bevat een duidelijke beschrijving van de diensten. Het uurtarief is in overeenstemming met de door de GMH vastgestelde maximum uurtarieven. Het feit dat er nog andere sprekers zijn tijdens de sessie, doet niet af aan de redelijkheid van de vergoeding voor aanwezigheid gedurende de  gehele sessie. Ook is het niet onredelijk dat er 2 uur voorbereidingstijd wordt gerekend voor een presentatie van een uur. Reiskosten of andere onkosten waren niet van toepassing vanwege het virtuele karakter van de bijeenkomst, ook deze afspraken waren conform GMH regels.

De enige opmerking bij de overeenkomst is dat de bepaling over de verplichte melding in het Transparantieregister Zorg niet is geactualiseerd; de termijn waarbinnen moet worden gemeld is niet meer binnen 3 maanden en de terbeschikkingstelling van een jaaroverzicht gebeurt door het TRZ. 

Advies GMH: De GMH acht de betrokken overeenkomst op alle punten in overeenstemming met de GMH Code. Wel adviseert de GMH de bepaling over de wijze van openbaarmaking in het TRZ en de rol van partijen en het TRZ daarbij, te actualiseren. 


Medisch specialist verzorgt trainingen

Melding Transparantieregister Zorg: In het Transparantieregister Zorg 2020 staat een financiële relatie op naam van een medisch specialist met als kenmerk dienstverlening honorarium en een vergoeding van [€ 7.000 - € 9.000]. Uit de overgelegde documenten blijkt dat het gaat om 8 betalingen aan een medisch specialist. 

De vergoedingen zijn betaald in het kader van een Engelstalige raamovereenkomst die betrekking heeft op diverse soorten diensten en waarop Italiaans recht van toepassing is. De diensten zijn beschreven in een bijlage bij de overeenkomst en hebben onder meer betrekking op kort gezegd ‘proctoring’, dat kort gezegd vertaald kan worden als training en begeleiding van andere medische specialisten bij het gebruik in de praktijk van bepaalde medische hulpmiddelen, inclusief de bijbehorende chirurgische benadering. In de raamovereenkomst worden als mogelijke diensten ook spreekbeurten tijdens bijeenkomsten en advieswerkzaamheden genoemd. In de overeenkomst wordt voor de vergoeding van de dienst die bestaat uit proctoring een vast bedrag genoemd van € 1.000 per dag; voor de diensten die bestaan uit spreekbeurten een bedrag van € 1.000 per spreekbeurt. De vaste bedragen per dag zijn gebaseerd op werkzaamheden gedurende 8 uur, tegen een uurtarief van € 125. Voor advieswerkzaamheden kan een bedrag van € 125 per uur in rekening worden gebracht. In de overeenkomst is daarnaast de mogelijkheid genoemd dat reistijd kan worden vergoed van € 650 als de reistijd meer dan 6 uur bedraagt. 

De raamovereenkomst bepaalt dat de diensten maandelijks in rekening kunnen worden gebracht door middel van een factuur, waaruit het aantal feitelijk aan de dienst bestede uren moet blijken. Ook is bepaald dat alle onkosten moeten worden gespecificeerd en van onderbouwing voorzien. 

Beoordeling GMH: De GMH acht de dienstverleningsovereenkomsten grotendeels in overeenstemming met de GMH Code. De overeenkomsten bevatten uitgebreide bepalingen over diverse aspecten van de dienstverlening en regelen de verhouding tussen partijen in redelijke mate van detail. 

Het gehanteerde uurtarief van € 125 is lager dan het door de GMH vastgestelde maximumbedrag voor een medisch specialist. Dat onderdeel van de vergoeding is akkoord. Uit de door de leverancier ter beschikking gestelde informatie blijkt dat op basis van de overeenkomst 8 keer een betaling is gedaan van € 1.000, aangevuld in een aantal gevallen met (beperkte) parkeerkosten. Reistijd en reiskosten zijn verder niet in rekening gebracht. 

Uit de bijbehorende facturen die de GMH heeft ingezien is niet af te leiden dat het aantal in rekening gebrachte uren ook feitelijk aan de diensten is besteed. Dit maakt dit onderdeel niet goed controleerbaar. De GMH gaat ervan uit dat per trainingsdag duidelijke afspraken zijn gemaakt over de datum, de duur en de omvang van de training (artikel 14 GMH Code) zodat verantwoording kan worden afgelegd op een wijze zoals door de Codecommissie in advies 20.04 wordt voorgeschreven. Beide partijen hebben hierin een verantwoordelijkheid. De GMH heeft overigens wel geconstateerd dat de overeenkomst een bepaling bevat op grond waarvan een betaling die op enig moment niet in lijn zou zijn met de regels, terugbetaald zal worden. In de overeenkomst wordt in algemene zin verwezen naar openbaarmakingsverplichtingen die toepasselijk kunnen zijn, maar niet specifiek naar het Transparantieregister zorg of de GMH Code. 

De GMH vereist dat in de overeenkomst moet zijn vastgelegd dat de dienstverlener verklaart dat hij het bestuur/de werkgever het doel en de reikwijdte van de overeenkomst op de hoogte heeft gebracht en zorg draagt voor de vereiste (aantoonbare) toestemming.  In de overeenkomst ontbreekt een dergelijke bepaling. Dit heeft wellicht te maken met het feit dat op de overeenkomst Italiaans recht van toepassing is; dit staat echter de toepasselijkheid van de GMH niet in de weg. 

Advies GMH: De GMH adviseert om bij gebruik van een internationale raamovereenkomst aandacht te besteden aan de specifiek voor in Nederland werkzame zorgprofessionals geldende eisen, zoals ten aanzien van toestemming van de werkgever/bestuur. De GMH wijst erop dat het sinds 1 juli 2020 een verplichting voor bestuurders/werkgevers is om de goedgekeurde overeenkomsten te administreren en om de toestemmingseis onderdeel te laten zijn van de overeenkomst tussen instelling en zorgprofessional (zie de toelichting bij artikel 3 GMH code). Ook adviseert de GMH nadere afspraken te maken over verantwoording: partijen dienen zich ervan bewust te zijn dat specificatie van de geleverde diensten op onder meer de factuur nodig is voor de beoordeling van de vraag of de betalingen voldoen aan de wetgeving en zelfregulering. 


Verpleegkundige houdt presentaties tijdens twee webinars 

Melding Transparantieregister Zorg: In het Transparantieregister Zorg 2020 is een financiële relatie gemeld op naam van een verpleegkundige, ter waarde van [€ 500 - € 1.000] met als kenmerk dienstverlening honorarium. 

Deze relatie is vastgelegd in een sprekersovereenkomst. Daaruit blijkt dat de zorgprofessional op twee data heeft gesproken tijdens door de betreffende leverancier georganiseerde digitale trainingen (webinars) over een bepaalde vorm van zorg. De totale vergoeding voor de diensten bedraagt [€ 400 - € 600].  

Beoordeling GMH: De schriftelijke overeenkomst bevat de noodzakelijke bepalingen over de wederzijdse verplichtingen van partijen. Zo is duidelijk aangegeven waar de diensten precies betrekking op hebben en wanneer zij plaatsvinden, en wat er van de zorgprofessional wordt verwacht.

Het aantal uren dat wordt vergoed bestaat uit op twee data gedurende één uur verzorgen van een webinar en daarnaast voorbereidingstijd van resp. 4 en 2 uur. De GMH constateert dat het aantal uren daarmee redelijk is. De GMH merkt in het bijzonder op dat partijen zich terecht hebben gerealiseerd dat het niet redelijk zou zijn als voor de tweede, kennelijk deels dezelfde training, wederom 4 uur voorbereidingstijd zou worden vergoed. Het gehanteerde uurtarief zelf blijft onder het maximumtarief dat in de toelichting bij artikel 13 GMH is genoemd. Blijkens de overeenkomst is het mogelijk dat reiskosten worden vergoed; ook daarbij wordt aangesloten bij de regels in de toelichting bij artikel 13 GMH Code. 

De overeenkomst bevat een algemene verwijzing naar compliance met wet -en regelgeving maar niet specifiek naar de GMH Code. Desalniettemin bevat de overeenkomst een algemene garantie van de dienstverlener dat toestemming van de werkgever/instelling is verkregen om de diensten te verlenen. 

Tot slot bevat de overeenkomst geen verwijzing naar openbaarmaking in het Transparantieregister Zorg. Omdat het in dit geval gaat om een zorgprofessional die geen medisch specialist is, is dat op zichzelf begrijpelijk, omdat voor deze beroepsgroep er geen sprake is van verplichte melding op basis van de GMH code. De GMH wijst erop dat het verstandig is om standaardovereenkomsten wel van een adequate bepaling daaromtrent te voorzien, mede in verband met uitbreiding van de transparantieverplichtingen per 2021. 

Advies GMH: De GMH acht de financiële relatie, zoals vastgelegd in de betreffende overeenkomst, op alle punten in overeenstemming met de GMH Code. 

B. Sponsoring van zorginstellingen en samenwerkingsverbanden van zorgprofessionals 


Leveranciers van medisch hulpmiddelen kunnen bijdragen aan zorgprojecten van zorginstellingen en samenwerkingsverbanden van beroepsbeoefenaren.
Volgens de GMH Code is sponsoring van projecten toegestaan (art. 15 GMH Code), mits:
  • de sponsoring gebeurt aan een zorginstelling of samenwerkingsverband van zorgprofessionals;
  • de sponsoring betrekking heeft op het ondersteunen van onafhankelijk medisch onderzoek, het bevorderen van de medische wetenschap en/of de verbetering van zorg aan patiënten of het stimuleren en bevorderen van scholing of voorlichting ten doel heeft;
  • het doel niet gerelateerd is aan de aanschaf, het gebruik, het toepassen of aanbevelen van producten van de sponsor; 
  • de afspraken helder en vooraf zijn vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst, waarin onder meer de verplichting is opgenomen dat de werkgever/bestuur van de betreffende zorginstelling toestemming heeft gegeven;
  • de sponsoring de onafhankelijkheid niet aantast en niet leidt tot ongewenste beïnvloeding van keuzes.
De GMH Code kent geen verplichting om sponsoring van bijeenkomsten te melden in het Transparantieregister Zorg.

Hieronder zijn de twee geselecteerde sponsorrelaties beschreven en beoordeeld.
 
Leverancier sponsort wetenschappelijk onderzoek van specialistisch centrum 

Melding Transparantieregister Zorg: In het Transparantieregister Zorg 2020 staat een relatie vermeld tussen een leverancier en samenwerkingsverband van medisch specialisten met het kenmerk sponsoring project en een bedrag van [€20.000 en € 30.000]. Uit de achterliggende stukken blijkt het te gaan om een financiële bijdrage aan een specialistisch centrum waarbinnen wetenschappelijk onderzoek door zorgprofessionals wordt verricht. Deze zorgprofessionals zijn verbonden aan een ziekenhuis. De sponsorbijdrage is bedoeld voor een onderzoeksproject ter verdere verbetering van patiëntrelevante uitkomsten in het betreffende centrum, de implementatie van een verbetercyclus op basis van zorguitkomsten en de ontwikkeling van nieuwe concepten m.b.t. Value Based Health Care. 

Beoordeling GMH: De GMH is van oordeel dat deze sponsorrelatie aan de eisen voldoet. Er is een schriftelijke overeenkomst gesloten tussen een leverancier en een samenwerkingsverband van medisch specialisten. Op de overeenkomst is Zwitsers recht van toepassing verklaard. De GMH merkt op dat dat niet afdoet aan de toepasselijkheid van de GMH op deze relatie, nu bij de sponsoring een samenwerkingsverband van in Nederland werkzame zorgprofessionals betrokken is. 

De overeenkomst heeft betrekking op een in het kader van de GMH Code gelegitimeerd doel, nl. het ondersteunen van onafhankelijk medisch onderzoek en daardoor bevorderen van de medische wetenschap en het verbeteren van patiëntenzorg. Aan het sponsorverzoek ligt een begroting ten grondslag die gebaseerd is op realistische verwachtingen en onafhankelijk is van het gebruik van producten van de leverancier. In de overeenkomst zijn de rechten en verplichtingen van beide partijen vastgelegd.

In de overeenkomst is op een aantal plaatsen benadrukt dat de bijdrage niet wordt gegeven uit commerciële intenties, bijv. in ruil voor directe of indirecte toezeggingen of afspraken over toekomstige voorkeuren voor producten van de leverancier. De stukken geven geen aanleiding te veronderstellen dat de onafhankelijkheid, betrouwbaarheid en/of geloofwaardigheid van (een van de) partijen in het geding zouden kunnen zijn. Er is geen bemoeienis van de leverancier met de keuze van de onderwerpen of de uitvoering van het onderzoek, maar wel zijn er afspraken over het behalen van bepaalde deliverables als voorwaarde voor de betaling van de bijdrage. In dat kader is afgesproken dat de leverancier op de hoogte wordt gehouden van de voortgang van het onderzoek en wordt geïnformeerd over de uitkomsten. De gesponsorde is tevens verplicht om verantwoording af te leggen over de besteding van de sponsorbijdrage, waarbij is bepaald dat een audit kan plaatsvinden om te kunnen verifiëren dat de sponsorbijdrage conform de overeenkomst is besteed. Ook is bepaald dat indien en voor zover de bijdrage niet aan het onderzoek is besteed of indien de overeenkomst niet wordt nagekomen, de overeenkomst kan worden beëindigd en terugbetaling kan worden gevorderd. Deze bepalingen acht de GMH passend omdat anders sprake zou kunnen zijn van ‘dubbele financiering’ dan wel financiering van andere activiteiten dan in de overeenkomst omschreven. Dat zou haaks staan op de bedoeling van de regels in de GMH-code.

Voorts bevat de overeenkomst alle bepalingen die in het kader van een dergelijke overeenkomst voor de hand liggen, zoals over aansprakelijkheid. In de overeenkomst wordt in algemene zin verwezen naar de toepasselijkheid van de MedTech Europe Code of Conduct, maar niet naar de regels van de GMH. Een bepaling over de specifieke voor Nederland geldende openbaarmaking in het Transparantieregister Zorg ontbreekt, evenals een bepaling inzake de toestemming van het bestuur van de instelling. Partijen hebben echter deze financiële relatie wel gemeld en zijn ook bereid geweest de onderliggende stukken met de GMH te delen in het kader van deze analyse. 

Advies GMH: De GMH adviseert om ook in standaardovereenkomsten waarin het Nederlands recht niet van toepassing wordt verklaard, aandacht te besteden aan de specifiek voor in Nederland werkzame zorgprofessionals geldende eisen, zoals ten aanzien van toestemming van de werkgever/bestuur.


Een universitair medisch centrum ontvangt een financiële bijdrage van een leverancier voor een trainingsprogramma

Melding Transparantieregister Zorg: In het Transparantieregister Zorg 2020 is een relatie gemeld op naam van een universitair medisch centrum (umc), met het kenmerk sponsoring project voor een bedrag van [€ 100.000 - € 200.000]. 

Uit de opgevraagde stukken blijkt het te gaan om een overeenkomst tussen een leverancier en het umc waarin de leverancier een financiële bijdrage toezegt voor een trainingsprogramma dat erop gericht is een bepaalde aandoening eerder te kunnen detecteren en zo de kwaliteit van de zorg in de betreffende regio te verhogen. Dit trainingsprogramma is bedoeld voor de betrokken medisch specialisten en andere zorgprofessionals. In het kader van dit programma zullen symposia, refereeravonden en rondetafelbijeenkomsten worden georganiseerd, alsmede trainingsmaterialen verzorgd. Bij het sponsorverzoek zit een zeer globale onderbouwing van de kosten, zonder veel details. 

Beoordeling GMH: De overeenkomst bevat een omschrijving van hetgeen met de financiële bijdrage wordt bekostigd, namelijk de training van zorgprofessionals ter verbetering van zorg. Omdat de financiële bijdrage zal worden besteed aan de organisatie van diverse soorten bijeenkomsten, constateert de GMH dat deze sponsoring geen betrekking heeft op sponsoring van een project in de zin van artikel 15 GMH Code, maar op sponsoring van bijeenkomsten in de zin van artikel 9 GMH Code. Het was dus niet verplicht om op basis van de huidige transparantieregels van de GMH deze relatie te melden in het Transparantieregister Zorg. 

Het is echter positief dat leveranciers bereid zijn om ook deze financiële relatie te melden, en de GMH constateert dat dit bij sponsoring van bijeenkomsten vaker gebeurt. De GMH heeft deze relatie daarom toch globaal getoetst aan de regels van de GMH Code. 

De overeenkomst is schriftelijk vastgelegd en de rechten en verplichtingen van beide partijen zijn gedetailleerd beschreven. Het umc is verplicht zich in het kader van het trainingsprogramma te houden aan de toepasselijke regels, waaronder die van MedTech Europe en het in dat kader verplicht te volgen Conference Vetting system. Er is geen expliciete verwijzing naar de GMH code, terwijl Nederlands recht wel van toepassing is verklaard op deze overeenkomst. De GMH zou ervoor willen pleiten om de GMH code in deze overeenkomst wel te noemen, nu deze code specifieke eisen stelt aan gesponsorde bijeenkomsten en de gastvrijheid die in dat kader wordt aangeboden, alsmede aan vergoeding voor dienstverlening indien in de context van de bijeenkomsten met de financiële bijdrage sprekers of andere dienstverleners worden betaald. 

Op meerdere plaatsen in de overeenkomst komt tot uitdrukking dat de leverancier geen enkele invloed krijgt op de bijeenkomsten, zoals qua inhoud, opzet als aanwezigen. Ook overigens is de onafhankelijkheid geborgd.  Er is een duidelijke verplichting opgenomen van het umc om de besteding van de bijdrage te verantwoorden en controles toe te staan. Dit is zeker bij zeer algemene (open) verzoeken tot sponsoring van bijeenkomsten die nog niet vastliggen en dus ook niet vooraf kunnen worden getoetst, van groot belang. 

De overeenkomst bevat een algemene verplichting over ‘disclosure requirements’ maar geen verwijzing naar het Transparantieregister Zorg. 

Advies GMH: Deze financiële relatie had niet gemeld hoeven te worden. Het blijkt in de praktijk lastig te zijn voor betrokken partijen om de regels op dat punt goed toe te passen, hetgeen mogelijk verband houdt met het feit dat dit soort relaties in het buitenland vaak worden aangeduid en gerubriceerd als ‘educational grant’. 

De GMH adviseert partijen bij alle vormen van sponsoring goed vast te leggen onder welke voorwaarden deze toelaatbaar is, en daarbij in ieder geval ook te verwijzen naar de regels van de GMH. Bij sponsoring van bijeenkomsten waarvan de details nog ontbreken, kan toetsing uitsluitend achteraf plaats te vinden en de uitkomst daarvan kan leiden tot niet uitkeren of terugvordering van de bijdrage. Beide partijen dienen zich dat te realiseren. 

Slot conclusie


De GMH concludeert uit deze analyse dat de bestudeerde financiële relaties vrijwel volledig in overeenstemming zijn met de GMH Code. De overeenkomsten waarin de relaties zijn vastgelegd, zijn over het algemeen zeer uitgebreid. Er is wat dat betreft een duidelijk stijgende lijn te constateren. 

De overeenkomsten worden meestal opgesteld door bedrijven, waarbij in veel gevallen gebruik wordt gemaakt van internationaal vastgestelde (Engelstalige) standaardcontracten. Ook in deze overeenkomsten moet er aandacht zijn voor de specifiek voor Nederland geldende regels. Daarom adviseert de GMH om niet alleen te verwijzen maar de MedTech Europe code (die immers uitsluitend wordt onderschreven door en bekend is bij de leveranciers), maar ook naar de GMH Code. Zorgprofessionals en instellingen zijn immers uitsluitend bij deze Nederlandse Code betrokken en van deze Code op de hoogte. Dit is temeer relevant nu de Nederlandse regels op een aantal punten strenger en meer gedetailleerd zijn dan de regels van MedTech Europe.  

Ook blijft de GMH het belang benadrukken van een gedetailleerde en gespecificeerde omschrijving van de financiële relatie, een onderbouwing van de hoogte van de bedragen (zoals in het kader van sponsoring als vergoeding voor dienstverlening). Mede in het licht van recente adviezen hierover van de Codecommissie van de GMH, wijst de GMH ook op heldere afspraken over verantwoording achteraf en de consequenties daarvan voor de afhandeling van de overeenkomst. 

De GMH heeft geconstateerd dat onder ‘sponsoring’ ook sponsoring van bijeenkomsten wordt gemeld. Het is prima dat dat gebeurt, maar hoeft volgens de toepasselijke versie van de GMH Code niet. Er wordt dus in feite meer gemeld dan noodzakelijk. Door de uitbreiding van de transparantieverplichtingen in 2021 zal dat in de toekomst minder vaak voorkomen. Goede voorlichting blijft wenselijk. 

Wat moet worden gemeld? 


Op grond van de GMH Code moesten over 2020 de volgende financiële relaties worden gemeld:
-  dienstverlening 
-  sponsoring van activiteiten en projecten 
voor zover het daarbij gaat om enerzijds leveranciers van medisch hulpmiddelen en anderzijds medisch specialisten die in het BIG-register zijn ingeschreven en/of zorgorganisaties waarin zij werkzaam zijn, en uitsluitend als het totaalbedrag aan financiële relaties tussen die leverancier en zorgprofessional dan wel zorgorganisatie meer is dan €500. Over 2020 hoefden andere financiële relaties, zoals sponsoring van gastvrijheid en sponsoring van medisch wetenschappelijk onderzoek, niet openbaar gemaakt te worden. Hetzelfde geldt voor relaties tussen leveranciers en andere zorgprofessionals dan medisch specialisten. Op deze punten wijkt de GMH Code af van de CGR Code.

Over 2021 zullen er meer relaties openbaar worden gemaakt. Met ingang van 2021 zijn de transparantieverplichtingen uitgebreid, zowel als het gaat om de betrokken zorgprofessional (iedere als ‘arts’ in het BIG-register ingeschreven zorgprofessional) als om de soort overeenkomst (naast de dienstverleningsovereenkomst en sponsorovereenkomsten ook overeenkomsten die betrekking hebben op en financiële bijdrage aan bepaalde bijeenkomsten). 
Website
Email
Copyright © 2021 GMH, All rights reserved.
-

Our mailing address is:
GMH
Laan van Nieuw Oost Indië 131-G
Postbus 85645
Den Haag, The Netherlands 2593 BM
Netherlands

Want to change how you receive these emails?
You can update your preferences or unsubscribe from this list.
 






This email was sent to <<Email Address>>
why did I get this?    unsubscribe from this list    update subscription preferences
GMH · Postbus 85612 · 'S-GRAVENHAGE, Zuid-Holland 2508 CH · Netherlands

Email Marketing Powered by Mailchimp