De GMH concludeert uit deze analyse dat de bestudeerde financiële relaties vrijwel volledig in overeenstemming zijn met de GMH Code. De overeenkomsten waarin de relaties zijn vastgelegd, zijn over het algemeen zeer uitgebreid. Er is wat dat betreft een duidelijk stijgende lijn te constateren.
De overeenkomsten worden meestal opgesteld door bedrijven, waarbij in veel gevallen gebruik wordt gemaakt van internationaal vastgestelde (Engelstalige) standaardcontracten. Ook in deze overeenkomsten moet er aandacht zijn voor de specifiek voor Nederland geldende regels. Daarom adviseert de GMH om niet alleen te verwijzen maar de MedTech Europe code (die immers uitsluitend wordt onderschreven door en bekend is bij de leveranciers), maar ook naar de GMH Code. Zorgprofessionals en instellingen zijn immers uitsluitend bij deze Nederlandse Code betrokken en van deze Code op de hoogte. Dit is temeer relevant nu de Nederlandse regels op een aantal punten strenger en meer gedetailleerd zijn dan de regels van MedTech Europe.
Ook blijft de GMH het belang benadrukken van een gedetailleerde en gespecificeerde omschrijving van de financiële relatie, een onderbouwing van de hoogte van de bedragen (zoals in het kader van sponsoring als vergoeding voor dienstverlening). Mede in het licht van recente adviezen hierover van de Codecommissie van de GMH, wijst de GMH ook op heldere afspraken over verantwoording achteraf en de consequenties daarvan voor de afhandeling van de overeenkomst.
De GMH heeft geconstateerd dat onder ‘sponsoring’ ook sponsoring van bijeenkomsten wordt gemeld. Het is prima dat dat gebeurt, maar hoeft volgens de toepasselijke versie van de GMH Code niet. Er wordt dus in feite meer gemeld dan noodzakelijk. Door de uitbreiding van de transparantieverplichtingen in 2021 zal dat in de toekomst minder vaak voorkomen. Goede voorlichting blijft wenselijk.
|
|
Op grond van de GMH Code moesten over 2020 de volgende financiële relaties worden gemeld:
- dienstverlening
- sponsoring van activiteiten en projecten
voor zover het daarbij gaat om enerzijds leveranciers van medisch hulpmiddelen en anderzijds medisch specialisten die in het BIG-register zijn ingeschreven en/of zorgorganisaties waarin zij werkzaam zijn, en uitsluitend als het totaalbedrag aan financiële relaties tussen die leverancier en zorgprofessional dan wel zorgorganisatie meer is dan €500. Over 2020 hoefden andere financiële relaties, zoals sponsoring van gastvrijheid en sponsoring van medisch wetenschappelijk onderzoek, niet openbaar gemaakt te worden. Hetzelfde geldt voor relaties tussen leveranciers en andere zorgprofessionals dan medisch specialisten. Op deze punten wijkt de GMH Code af van de CGR Code.
Over 2021 zullen er meer relaties openbaar worden gemaakt. Met ingang van 2021 zijn de transparantieverplichtingen uitgebreid, zowel als het gaat om de betrokken zorgprofessional (iedere als ‘arts’ in het BIG-register ingeschreven zorgprofessional) als om de soort overeenkomst (naast de dienstverleningsovereenkomst en sponsorovereenkomsten ook overeenkomsten die betrekking hebben op en financiële bijdrage aan bepaalde bijeenkomsten).
|
|
|
|