Voor de liefhebber van Russische opera is dit een gouden tijd. De Nationale Opera bracht recent zelden getoonde titels als Nikolaj Rimski-Korsakovs De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja en Borodins Prins Igor – beide in spectaculaire producties van de Russische sterregisseur Dmitri Tsjerniakov.
Voor de Brusselse Muntopera ensceneert Tsjerniakov nu opnieuw een vergeten Russisch praalstuk, Het sprookje van Tsaar Saltan, zijn beroemde en machtige zoon, de dappere krijger Prins Gvidon Saltanovitsj, en de wondermooie Zwaanprinses.
De wijdlopige naam weerspiegelt de aard van Rimksi’s opera en het daaraan ten grondslag liggende sprookje van Poesjkin, dat verwijst naar vele inspiratiebronnen – van Assepoester tot Lohengrin.
De vraag is wat je er als regisseur mee aan moet. Optie één: uit liefde voor de muziek omarm je de bizarre plot over de tsarina en haar babyzoon die door de tsaar in een ton in zee worden gestort, waarop de zoon het toch nog schopt tot tsaar van Lollystad, zich vermomd als steekhommel wreekt op zijn boze tantes en dan trouwt met de Zwanenprinses die hem hielp.
Alternatieve route, voorbehouden aan briljante regisseurs als Tsjerniakov: je verzint een evenzeer bizarre list om het verhaal toch nog verteerbaar te maken.
Sprookjeswereld
Met meesterhand de- en reconstrueerde Tsjerniakov Rimski’s brokkelige pastiche tot een familiedrama. Zijn ingreep, op papier sleetser dan op het podium, is dat alles zich afspeelt in het hoofd van tsarevitsj Gvidon, hier een jonge, getraumatiseerde autist die we al tijdens de ouverture fladderig zien spelen met zijn soldaatjes en zijn tover-eekhoorn.
De eerste akte is taai en claustrofobisch, met bonte parades van als uit bordkarton geknipte en ingekleurde sprookjesfiguren op een smalle strook voortoneel. Maar zodra het doek opgaat opent zich een presse-papierachtige sprookjeswereld, waar tsarevitsj Gvidon ongestoord kan rondwaren in zijn eigen, kleurrijke en kronkelige fantasieën.
Ontroerend zijn de op scherm geprojecteerde animaties vanuit zijn binnenwereld; simpele, treffende tekeningen van de zoon, de vader en de moeder die hun verlangens naar geborgenheid etaleren in subtiel verschietende gelaatsuitdrukkingen.
Autistische tsarevitsj
De dwarse oorspronkelijkheid van de productie, woensdag tijdens de première met veel bravo’s ontvangen, krijgt vleugels door de geweldige muziek. Zoals vaker geconstateerd vond de Brusselse Muntopera in dirigent Alain Altinoglu een geweldige, flexibele chef die met het orkest van de Munt zijn antenne toont voor Rimski’s vele, sprookjesachtige kleuren en sferen; van praalfanfare tot broze strijkerslijn. Alleen al voor de vanaf het hoogste zaalbalkon uit volle borst de zaal in gezongen koren zou je naar Brussel uitrukken. Maar ook de cast bevat zangers/spelers die bijblijven, wat met name geldt voor de prachtige Olga Kulchynska (Zwanenprinses), het ook theatraal sterke roldebuut van de 29-jarige tenor Bogdan Volkov als strubbelende autistische tsarevitsj, de kernachtig stentorale Tsaar van bas Ante Jerkunica en de prachtige, gelaagde invulling van tsaritsa Militrisa door mezzo Svetlana Aksenova (pas nog een fraaie Elisabeth in Lohengrin bij De Nationale Opera).