Overslaan en naar de inhoud gaan

Hakhoutbeheer

Hakhoutbeheer is een eeuwenoude en alternatieve vorm van beheren van bomen en struiken. De bomen worden daarbij afgezaagd op een tiental centimeter boven de grond. In de volgende seizoenen schieten ze opnieuw uit.

Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters riep een nieuw charter in het leven, dat het groenbeheer langs wegen en waterwegen stroomlijnt en de communicatie en samenwerking met lokale besturen en burgers opdrijft om zo het draagvlak voor hakhoutbeheer te vergroten. De minister wil het beheer zelf ook slimmer en efficiënter aanpakken.

Waarom hakhoutbeheer ?

Langs heel wat van onze wegen staan bomen en struiken. Die zijn vaak aangeplant bij de aanleg van nieuwe wegen. Vele jaren  later zijn deze houtkanten  reeds sterk gegroeid, vaak tot hoge opgaande bomen en vaak tot dicht tegen de weg.

Naarmate deze houtkanten hoger en ouder worden, nemen de risico’s voor de verkeersveiligheid toe. Hoge bomen vangen veel wind, en kunnen omwaaien of afbreken en op de weg vallen. Doordat ze zo dicht bijeen staan hebben ze bovendien de neiging om naar buiten te groeien, naar het licht toe. De bomen aan de wegzijde hellen dus vaak over naar de weg, en dreigen op termijn op de weg te vallen. Ook zware takken kunnen afbreken en op de weg terecht komen. Dat is levensgevaarlijk.

Daarom is het noodzakelijk dat we de houtkanten in onze bermen goed beheren. We doen dat via ‘hakhoutbeheer’. Daarbij worden de bomen afgezaagd tot 20 cm boven de grond, waarna uit de stronken terug nieuwe scheuten ontstaan. Het wortelstelsel blijft immers leven. Elke 10-20 jaar wordt dit herhaald. Zo krijgen we houtkanten die vooral uit bomen bestaan met een groot wortelstelsel, maar met jonge, niet te dikke stammen die ook niet te hoog uitgroeien. De houtkant blijft zijn functie behouden, maar ook de verkeersveiligheid is gegarandeerd.

Is dit hakhoutbeheer ook goed voor de biodiversiteit ? 

De wegbermen zijn uitgegroeid tot belangrijke leefgebieden en verbindingsassen voor een rijke fauna en flora. Allerlei plant- en diersoorten, zoals vogels, kevers en spinnen maken gebruik van de beschutting en bescherming, of vinden er voedsel. Voor vleermuizen vormen de houtkanten belangrijke oriëntatie-assen in het landschap.

Het terugsnoeien van de bomen en struiken lijkt dan ook op het eerste gezicht zeer drastisch en nadelig voor de fauna en flora die erin voorkomt. Maar wat zijn de effecten op langere termijn? Daar is het verhaal meer genuanceerd.

Door gefaseerd te werken -stukken nu al kappen, aansluitende stukken pas over een aantal jaren- ontstaat een afwisseling van jongere en oudere segmenten. Sommige planten en dieren hebben een voorkeur voor licht en warmte, en vinden we vooral in de pas gekapte stukken. Andere soorten houden vooral van de donkere, oudere stukken. Door een combinatie van beide ontstaat er meer variatie, dus vinden ook meer soorten een geschikt plekje.

Bij dit beheer zijn er winnaars, maar ook verliezers. Soorten die een voorkeur hebben voor oude en dode bomen krijgen bij dit beheer heel weinig kansen. De gekapte stroken vormen soms ook een barrière voor soorten die strikt gebonden zijn aan beschutting. Door kleinschaliger te werken, en waar het kan ook een aantal bomen te laten staan kunnen deze negatieve effecten wat getemperd worden. Maar niets doen is geen optie: op termijn wordt het risico voor de verkeersveiligheid immers te groot.

AWV laat zich adviseren door INBO, het onafhankelijk onderzoeksinstituut van de Vlaamse overheid. Zo wordt het hakhoutbeheer ook wetenschappelijk onderbouwd.

Hoe doen wij aan hakhoutbeheer?

Om de nadelige effecten op fauna en flora zo beperkt mogelijk te houden wordt, waar dat praktisch mogelijk is, kleinschalig gewerkt, en enkel in de winter. Een zone die in aanmerking komt voor hakhoutbeheer wordt, als het over een grotere zone gaat, opgesplitst in verschillende segmenten. Zo schiet een bepaalde zone al terug uit voor het volgende stuk wordt aangepakt, enkele jaren later. Momenteel zijn deze segmenten 200m lang.

Het hakhoutseizoen loopt van november tot maart het volgende jaar. Hakhoutbeheer wordt in de winterperiode uitgevoerd omdat bomen niet in blad staan, de sapstroom langzamer verloopt en de bomen dus minder kwetsbaar zijn. Op dat moment broeden er ook geen vogels.

Als de veiligheid het toelaat, laten we ook enkele bomen staan. Die zorgen voor meer structuur en voorkomen dat de verbinding volledig verbroken wordt. Dit kan niet altijd: soms zijn de bomen niet stabiel genoeg en is het een te groot risico om ze nog een cyclus te laten staan.

Vroeger werd veel van het hout ter plekke verhakseld en werd tussen de beplanting achtergelaten. Dat is nu verboden: dat zorgt immers voor sterke verruiging . Het (verhakselde) hout wordt daarom afgevoerd voor nuttig hergebruik.

Tijdelijke impact op het uitzicht, geen impact op geluid van wegverkeer

Net na het toepassen van hakhoutbeheer, is het uitzicht drastisch veranderd: na het afzagen reiken de stompen niet hoger dan 20 cm, de natuurlijke buffer tussen de weg en de aanliggende huizen is visueel verdwenen.

Deze situatie is tijdelijk. In het voorjaar komen de eerste nieuwe scheuten al terug tevoorschijn. Na enkele maanden kijkt u als omwonende op een jonge én meer gesloten begroeiing.

Door het inkorten van de beplanting zijn de weg en het bijbehorende verkeer meer zichtbaar. Dan lijkt het ook alsof je het lawaai van de weg beter hoort. De ingreep heeft geen invloed op het geluidsniveau van een nabijgelegen weg. Beplanting heeft slechts een beperkt effect op geluidsdemping en houdt enkel geluid tegen als het gaat om een zeer dichte beplanting van bomen of struiken van enkele tientallen meters breed die gesloten is van bodem tot kruin.

Snoeihout krijgt nuttige invulling

Snoeihout is een nuttige en waardevolle groene grondstof die zorgvuldig wordt benut, hetzij voor het opwekken van groene stroom, of om te worden verwerkt in hoogwaardige producten zoals vezel- en spaanplaat. We doen echter niet aan hakhout om financiële redenen. De werken kosten meer dan wat het hout opbrengt; de aannemer moet bijvoorbeeld zeer strikte en strenge veiligheidsregels volgen, gespecialiseerd personeel en zwaar materiaal inzetten en allerlei signalisatie voorzien. 

Wanneer schiet de beplanting terug uit? 

  • na 8 maanden zijn al veel nieuwe scheuten zichtbaar.
  • na 2 jaar zorgt de gesloten beplanting opnieuw voor een volwaardige groene buffer tussen de weg en de aanliggende huizen.
  • na 10 à 20 jaar begint de cyclus opnieuw.

Waar doen we aan hakhoutbeheer?

Zoom in op de kaart om locaties terug te vinden. De locaties worden in het oranje aangeduid.

Bent u buurtbewoner?

Uitgekiend hakhoutbeheer zorgt voor meer veiligheid en geeft de natuur meer kansen. Mensen die in de onmiddellijke omgeving wonen van een site waar hakhoutbeheer wordt toegepast, krijgen een bewonersbrief van ons in de bus. Deze brief zal hen informeren over de praktische kant van de werkzaamheden, de timing, de exacte locatie en mogelijke overlast. 

Vragen? Contacteer ons!