Logo Universiteit Utrecht

Universitair Dierenziekenhuis

Parasitaire infecties bij de hond

Hondeninstroom vanuit Oekraïne en parasitaire infecties

dr. Rolf Nijsse en dr.ing. Paul Overgaauw

De Europese organisatie ESCCAP heeft in het verleden een webpagina samengesteld waarin u als dierenarts snel informatie kunt vinden over parasitaire infecties die voorkomen in bepaalde regio’s. Deze informatie is door ons kersverse ESCCAP-lid uit Oekraïne helaas nog niet ingevuld. De webpagina geeft wel een beeld van de infecties die parasitologen erkennen als probleem bij huishonden en -katten in de Poolse grensregio. Dit zijn dirofilariose ( D. repens), babesiose en anaplasmose.

Preventie

Een uitgebreide anamnese van dieren uit Oekraïne zal waarschijnlijk niet in alle gevallen mogelijk zijn. Daarom moeten we aannemen dat honden een infectie met hieronder beschreven parasieten bij zich kunnen dragen. In veel gevallen zal het om huishonden gaan en deze dieren zullen waarschijnlijk relatief gevrijwaard zijn van bepaalde risicofactoren. Omdat dat niet met zekerheid te zeggen is, is het veilig – ter preventie van introductie van parasieten die we in Nederland niet endemisch hebben – de dieren adequaat blind te behandelen. Als een anamnese wel goed mogelijk is – omdat de historie van de dieren volledig bekend is en bij de eigenaar uit te vragen – kunt u een dier op maat behandelen.

Ter voorkoming van verspreiding van darmparasieten is het van belang om bij eigenaren te benadrukken dat de feces opgeruimd moet worden en met het huisafval of met daarvoor bestemde afvalzakken in de hondenpoephaltes moet worden afgevoerd.

Ter voorkoming van verspreiding van bloedparasieten en ectoparasieten is een afdoende ectoparasieten bestrijding noodzakelijk. Een repellent activiteit heeft meerwaarde net als middelen met een Insect Growth Regulator. Zie product tabellen ectoparasiticiden.

Endoparasieten

Helminthen

Voor de worminfecties in brede zin heeft ESCCAP de Modular Guidelines beschikbaar gesteld waarin kort en bondig informatie over worminfecties bij honden te vinden is. Extra aandacht in de praktijk bij honden uit deze regio zou uit kunnen gaan naar

Toxocara canis

Trichuris vulpis

Echinococcus multilocularis

Taenia spp.

Dipylidium spp.

Ter bestrijding van deze parasieten kunt u de dieren op dezelfde wijze behandelen als honden die vanuit Nederland op uw spreekuur komen. Naast de bestrijding van rondwormen is de bestrijding van lintwormen van belang. Let daarom op de aanwezigheid van praziquantel in het gekozen product. De beschikbare producttabellen met de werkzame stoffen vindt u op de ESCCAP website.

Dirofilaria repens (zoönotisch risico)

Stappenplan

  • Diagnostiek (microfilariën in het bloed aantonen)
  • Chirurgisch verwijderen en openen van eventuele huidknobbels
  • Behandeling van microfilaraemie met een middel uit de groep avermectinen & milbemycinen (zie producttabellen)
  • Dieren behandelen met een anti-ectoparasitair middel met een repellent functie om verspreiding tegen te gaan (werkzame stof uit de groep pyrethrinen/pyrethroïden).

Andere filaroïde wormsoorten zijn beschreven in de regio waar deze honden vandaan komen, daarvoor is eerst diagnostiek noodzakelijk bij klinische verdenking. Dit betreft een bloedmonster waarin gekeken wordt naar de kenmerken van de larvale stadia in het bloed.

Ancylostoma caninum (zoönotisch risico)

Stappenplan

  • Ontwormen (niet ieder product zal de weefselstadia van deze haakwormen doden, herhaling kan nodig zijn of er kan gekozen worden voor producten met een langdurige werking)

Echinococcus granulosus (zoönotisch risico)

Stappenplan

  • Een product met praziquantel toedienen (bij dieren die rauw vlees/slachtafval/prooidieren hebben kunnen eten).
  • Voorzichtig met direct vachtcontact door directe besmettelijkheid van de eitjes voor de mens.

Het is niet te verwachten dat er unieke regiogebonden darmprotozoa extra aandacht verdienen. Wel zullen de honden eventueel onder stress en in grotere groepen zijn samengekomen, dat zal opportunistische infecties zoals sluimerend aanwezige Giardia en Cysto-isospora infecties mogelijk hebben doen opleven. Dieren die hiervan verdacht worden kunt u gericht behandelen (Giardia fenbendazol en Cysto-isospora toltrazuril). Aangezien deze componenten niet in de bovenstaande behandeladviezen voorkomen is blind behandelen in eerste instantie minder van belang, tenzij er kliniek merkbaar is.

Protozoa en vector overdraagbare aandoeningen

Ook voor deze aandoeningen zijn modular guidelines beschikbaar.

Uitgebreidere informatie vindt u in de gewone richtlijnen.

Ectoparasieten

Voor ectoparasieten bestaan ook modular guidelines en producttabellen op de website van ESCCAP.

Het is van belang dat ectoparasieten die niet in Nederland voorkomen zich hier niet zullen vestigen na introductie van deze stroom dieren en dus bestreden worden. Goede vachtinspectie en bij verdachte soorten ectoparasieten diagnostiek in een laboratorium laten uitvoeren (opsturen in alcohol) zijn hiervoor belangrijk.

Daarnaast is het van belang dat de in Nederland endemisch voorkomende ectoparasieten zich niet infecteren met bacteriën of protozoa waarvoor zij als vector zouden kunnen dienen. Vandaar dat het van belang is om een middel te gebruiken met een repellent werking en of een component dat de ontwikkeling van de volgende generatie parasieten stopt (IGR). Hiervoor is informatie te vinden in de producttabellen en natuurlijk in de bijsluiters van de bij u aanwezige producten in de praktijk.

Voor informatie over katten die uit Oekraïne naar Nederland komen kunt u op op vergelijkbare wijze informatie zoeken op de website van ESCCAP.

Disclaimer: ESCCAP is een non-profit organisatie die zich bezighoudt met het verstrekken van duidelijke en zinvolle informatie voor dierenartsen en eigenaren met het doel de relatie tussen huisdier en eigenaar te versterken. Ook richten wij ons op de voorlichting over parasietenbestrijding bij huisdieren.